Teller, die op 15 januari 1908 in Boedapest werd geboren, is vooral bekend geworden als fanatiek pleiter voor de waterstofbom en de ontwikkeling van een krachtig Amerikaans nucleair wapenarsenaal in het algemeen.

Teller werkte samen met Robert Oppenheimer aan het ’Manhattan Project’, de ontwikkeling van de eerste atoombom. De natuurkundige betreurde het werpen van de atoombom op Hiroshima en Nagasaki. Teller had naar eigen zeggen liever gehad dat de bom zo werd afgeworpen dat er geen slachtoffers zouden vallen, maar Japan wel zou worden overtuigd van de kracht ervan.

Tot na het einde van de Koude Oorlog bleef Teller een voorstander van een sterke defensie. Hij overtuigde president Reagan van de noodzaak een laserdefensiesysteem in de ruimte, bekend als ’Star Wars’, te ontwikkelen.

In zijn leven kreeg Teller voor zijn wetenschappelijk werk veel onderscheidingen. Twee maanden geleden nog ontving hij in Amerika een vredesmedaille. Bij de uitreiking zei Teller dat hij in zijn leven „veel moeilijke beslissingen" moest nemen en dat hij vaak twijfelde of hij juist had gehandeld.

Nog voor de Amerikanen in augustus 1945 boven Japan hun eerste atoombom afwierpen, streefde Teller al naar de nog krachtiger waterstofbom. Dit verwoestende wapen werd in 1952 voor het eerst getest. Het is nooit in een oorlog gebruikt.