VS zoeken uitweg voor katoenboeren
De Verenigde Staten hebben een oplossing aangedragen voor de ernstige problemen die Afrikaanse katoenboeren hebben met de subsidiëring van de Amerikaanse katoenindustrie. De Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Robert Zoellick pleitte dinsdag voor een apart akkoord dat zich richt op meer markttoegang tegen een betere prijs voor katoen uit ontwikkelingslanden.
De VS stonden de afgelopen dagen onder druk om de Afrikaanse boeren tegemoet te komen. Benin, Burkina Faso, Mali en Tsjaad voeren in het Mexicaanse Cancun een felle strijd tegen de Amerikaanse subsidies, die het bestaansrecht van 10 miljoen mensen in Centraal- en West-Afrika in gevaar brengen. Een geschillencommissie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is al gevraagd om een oordeel te vellen over de subsidies.
De regering-Bush steunt de eigen boeren jaarlijks voor bijna 4 miljard dollar, die zo kunnen concurreren met katoen uit Afrika, maar ook uit Brazilië en India. Het gevolg is dat er op de wereldmarkt lagere prijzen worden betaald. Benin, Burkina Faso, Mali en Tsjaad krijgen de grootste klappen aangezien zij bij de export voor een groot deel afhankelijk zijn van katoen. Volgens hulporganisatie Oxfam/Novib verloren deze landen in het seizoen 2001/2002 ondanks een grotere productie in totaal 301 miljoen dollar aan exportopbrengsten door de Amerikaanse subsidiëring van de eigen katoenboeren.
Zoellick, die president Bush in alle belangrijke handelskwesties vertegenwoordigt, had maandagavond een ontmoeting met de ministers van Handel van de betrokken landen. De toponderhandelaar zei dat het gesprek hem ervan heeft doordrongen dat een oplossing noodzakelijk is.
Het sectorale akkoord waarvoor Zoellick een lans brak, moet een plek krijgen binnen de Wereldhandelsorganisatie. Momenteel geldt er al een aparte overeenkomst voor de textielsector. Zoellick wil nu een oplossing waarin katoen en textiel gezamenlijk een plaats krijgen gezien de onderlinge verbondenheid.
De katoenkwestie is een van de vele voorbeelden van de schade die ontwikkelingslanden oplopen als gevolg van overheidssteun in de westerse landbouw. De WTO praat vanaf woensdag vijf dagen in Cancun over meer vrijhandel. Het belangrijkste onderwerp -en het heetste hangijzer- is liberalisering in de agrarische sector.
Dinsdag waren er al flinke protesten tegen de WTO-bijeenkomst. Enkele honderden ”campesinos” hadden zich verzameld bij het plaatselijke honkbalstadion aan de rand van het centrum van Cancun. „Weg met de globalisering.” Mexicaanse boeren vinden dat de vrijhandel ze van hun brood heeft beroofd. Woensdag wilden ze hun grieven duidelijk te kunnen maken aan de poort van het conferentiecentrum aan de boulevard Kukulkan, waar de ministers van de WTO-lidstaten vijf dagen vergaderen.
Tevergeefs waarschijnlijk, want de Mexicaanse autoriteiten hebben de toegangswegen van de 20 kilometer lange hotelstrook hermetisch afgesloten. Rondom het Centro de Convenciones zijn hoge hekken geplaatst. Alleen toeristen worden nog toegelaten tot de boulevard.