Donner: Ongeborene straks beschermd
Ongeboren gehandicapten zullen voldoende beschermd zijn door het nieuwe discriminatieverbod. Een speciale bepaling zoals CU en SGP die willen, is overbodig.
Dat zei minister Donner van Justitie dinsdag tijdens een debat over het regeringsvoorstel om discriminatie van gehandicapten strafrechtelijk te verbieden. Als aanvulling op het discriminatieverbod bepleiten CU’er Rouvoet en SGP’er Van der Staaij in een amendement om een verbod op discriminatie van ongeboren gehandicapten apart in de wet op te nemen.
Daarmee willen ze het justitie mogelijk maken op te treden tegen krenkende uitlatingen over ongeboren leven dat gehandicapt is. Als voorbeeld voeren Rouvoet en Van der Staaij de cultuurfilosoof dr. C. Rietdijk aan die in zijn boeken voorstelt om kinderen met het Downsyndroom te aborteren of na hun geboorte via euthanasie te doden. Hij wil op die manier de kwaliteit van het menselijk ras verbeteren (eugenetica).
Donner is het met beide kamerleden eens dat in deze discussie „soms al te lichtvaardig gedacht wordt over het niet geboren laten worden van gehandicapten.” Hij wees er echter op dat het voeren van die discussie geen belediging van een gehandicapte vormt. „Het is het bepleiten van een keuze. Die kan ik niet in de strafwet verbieden.”
Daarop wierp Van der Staaij hem tegen dat bewoordingen kunnen worden gebruikt die wel een strafrechtelijke belediging opleveren. Volgens Donner treft zo’n belediging net zo goed de geboren gehandicapten. „Daarmee wordt in wezen gezegd: U hebt geen waarde, maar ik kan niet meer voorkomen dat u wordt geboren.”
Op uitnodiging van Rouvoet stelde Donner dat hij zich geen situatie kan voorstellen waarin de bescherming van gehandicapte ongeborenen tegen discriminatie tekort zou schieten. CU en SGP beraden zich nu of ze het amendement handhaven.
Het vervolg van het debat is op initiatief van Rouvoet uitgesteld. Dat heeft vooral te maken met de reactie van Donner op het voorstel vanuit de Kamer om ook discriminatie van gehandicapten in het sociaal-economisch verkeer strafbaar te stellen. Volgens de bewindsman zal dat een dode letter worden omdat de praktijk te gevarieerd is. „Op voorhand moet duidelijk zijn wat strafbaar is, en dat is hier niet te overzien.”