De beide stichtingen hadden de replica van de ark van Noach, afgemeerd in de haven bij de stadswerven in Dordrecht, als locatie gekozen. De ark, waaraan aannemer Johan Huibers in 2005 begon te bouwen, werd onlangs toegankelijk voor publiek. Alleen al ’s zaterdags komen ruim duizend bezoekers naar het immense bouwwerk, dat op ware grootte is nagemaakt. Volgens Huibers is de boot niet van hem, maar van de Heere God. „Hij heeft mij gebruikt om deze boot te bouwen.”

„Deze boot is één grote evangelisatie”, aldus L. P. Dorenbos van de Stichting Schreeuw om Leven. Zo kwamen de ruim duizend bezoekers van de ark als publieksattractie zaterdag ook in aanraking met het Evangelie. De landelijke ontmoetingsdag van HVC en Schreeuw om Leven trok eveneens ongeveer duizend bezoekers.

HVC-directeur J. Bor memoreerde aan het begin van de ontmoetingsdag het plotselinge overlijden van dr. P. P. Job op 12 augustus. Job was de oprichter van het Michael Job Centre in Coimbatore (India) en bestuurslid van HVC. Vervolgens vertelde Bor over de vele projecten die zijn stichting in onder andere India. Behalve het Michael Job Centre, waar 540 meisjes worden opgevangen en onderwijs volgen, steunt HVC de Stichting Thomas in Lucknow, waar in het Childrens Home vijftig weeskinderen en kinderen die door hun familie zijn verstoten, worden opgevangen. Het project Disha in New Delhi biedt opvang aan meer dan tachtig meisjes. „Meisjes zijn in India niet in tel. Heel vaak worden ze verstoten en komen in de prostitutie terecht”, aldus Bor. Qua bevolking is India op het een na grootste land ter wereld. Bor: „Maar de bevolking groeit er harder dan in China.”

De HVC-directeur sprak vervolgens over het grote aantal landen waarin christenen worden vervolgd. „In Pakistan moeten we de christenen ’s nachts bezoeken om hen niet in gevaar te brengen. Maar wij mogen van hen horen hoe ze door het Evangelie worden bemoedigd. Zo zien we dat het werk van God doorgaat.”

Daarvan getuigde ook Farshid Seyed Mehdi. Als ex-jood en ex-moslim kwam hij in 1990 tot geloof. Hij vluchtte naar Nederland en is nu werkzaam bij 222 Ministries in Almere. Farshid: „Ik kan niet meer terug naar Iran, want er staat een prijs op mijn hoofd.” Volgens hem zijn de Iraniërs het heersende moslimregime in hun land beu, „maar verreweg de meesten durven daar niet voor uit te komen”, stelt hij. Via 222 Ministries zijn sinds 2001 800.000 mensen bereikt met het Evangelie. „Van hen zijn er 500.000 tot bekering gekomen. Teheran telt veertig ondergrondse gebedsplaatsen.”

„God is bezig in Iran”, zegt ook Vahik Abramian, eveneens gevlucht uit Iran toen hij christen werd. Volgens hem komen er veel vrouwen in het land tot geloof. In de gevangenis zag hij hoe christenen onder druk werden gezet en gemarteld om terug te keren tot de islam. „Zo niet, dan betekende dat de doodstraf”, zegt hij.

De ontmoetingsdag werd opgeluisterd met koorzang van het christelijk Sliedrechts Mannenkoor Ichthus en van Ridderkerkse kinder- en jeugdkoren.