Buitenland

Duits debat over besnijdenis: Wel of geen seksueel geweld?

BERLIJN – Het recht op besnijdenis lijkt een klein detail in de wet. Maar het kan wereldwijd precies de schande of het respect voor Duitsland betekenen. Dat beseffen alle leden van de Duitse Ethiekraad.

24 August 2012 11:05Gewijzigd op 14 November 2020 22:49
BERLIJN – Niemand heeft het recht in het lichaam van een ander te snijden. Of toch wel? In Duitsland woedt een heftig debat over het recht op besnijdenis. Foto EPA
BERLIJN – Niemand heeft het recht in het lichaam van een ander te snijden. Of toch wel? In Duitsland woedt een heftig debat over het recht op besnijdenis. Foto EPA

Hoe emotioneel het onderwerp ook is, toch bleef de discussie binnen de Ethiekraad gistermiddag voor alles een academisch debat. Hier zijn wetenschappers in gesprek.

Alleen prof. Leo Latasch liet even zijn gevoel spreken. Deze Joodse arts had zich geërgerd aan de open brief aan de Duitse regering van bijna 600 artsen en juristen met de woorden „seksueel geweld.” Dat is „ongehoord”, sprak Latasch, „werkelijk ongehoord.” Latasch: „Je kunt de jongensbesnijdenis niet gelijk stellen aan de meisjesbesnijdenis. Vrouwenbesnijdenis is verminking en onderdrukking. Dat is jongensbesnijdenis niet.”

Het recht op besnijdenis is in Duitsland deze zomer een heftig gespreksthema, omdat een Keulse rechter bepaalde dat deze ingreep neerkomt op „verminking” en beter kan worden uitgesteld tot religieuze jongeren zelf kunnen beslissen. De regering werkt momenteel aan een wetsontwerp dat de besnijdenis regelt. De Ethiekraad is een adviesorgaan van de regering.

Uitstel van de besnijdenis tot latere leeftijd is voor Latasch echter geen optie. „Er bestaat geen ”Judentum light”. Kerst verplaats je ook niet naar mei of april. De besnijdenis op de achtste dag raakt het wezen van het Jodendom.”

Dat jongens later trauma’s van de besnijdenis ondervinden, is volgens Latasch onbewezen. „Velen veronderstellen dat het een trauma moet veroorzaken, en daarom zegt men dat. Maar ik wacht nog op bewijs.”

De protestantse theoloog prof. Peter Dabrock viel hem daarin bij. „Als de besnijdenis tot een trauma leidt, zou een derde van alle mannen ter wereld zo’n trauma moeten hebben. Want zo veel mensen zijn er besneden.”

Toch hield de jurist prof. Reinhard Merkel eraan vast dat de besnijdenis blijvende schade doet. „De meeste besnijdenissen gebeuren zonder verdoving. Er is voldoende bewijs dat er pijnherinnering in het lichaam is.”

Merkel zou het liefst van de besnijdenis af willen. Eenvoudig omdat ze „onrechtmatig” is. „Niemand heeft het recht in het lichaam van een ander in te grijpen.”

Maar Merkel begrijpt dat Duitsland hiermee een „afschuwelijk” signaal zou geven. „Door de grootste massamoord uit de geschiedenis hebben wij de verantwoordelijkheid heel gevoelig met de Joodse erfenis om te gaan. De besnijdenis hoort daarbij.”

Wel wil Merkel de besnijdenis aan strenge voorwaarden binden. Zoals: algehele verdoving (wat voor sommige Joden ongewenst is), alleen nog besnijdenissen in een kliniek, om bij complicaties direct in te grijpen (wat de besnijdenis als familiefeest moeilijker maakt) en voorlichting over alle, zelfs de kleinste risico’s. „Er zijn gevallen bekend van penis­amputatie door de besnijdenis, en zelfs sterfgevallen. Ik denk ook dat alle complicaties moeten worden gemeld.”

Prof. Merkel werd echter tegengesproken door zijn collega-jurist prof. Wolfram Höfling. Omdat de godsdienstvrijheid en de ouderlijke macht grondrechten zijn, is het voor de staat heel moelijk „regulerend op te treden”, aldus Höfling. De operatie is volgens hem helemaal niet „onrechtmatig.” „Ze wordt voldoende door het ouderlijke zorgrecht gedekt.”

Dr. Ilhan Ilkilic is sinds een paar maanden het eerste moslimlid van de Duitse Ethiekraad. De voorzitter van de discussie, dr. Christiane Woopen, prees zich daarom gelukkig dat beide godsdiensten die besnijdenis praktiseren in de raad vertegenwoordigd zijn.

Ilkilic legde de vinger bij de „onzakelijke en polemische toon.” Vooral over het kinderwelzijn bestaan volgens hem veel misverstanden. „Dit welzijn staat nooit los van de context waarin het kind opgroeit. Onder moslims zien we dat jongeren zodra ze zijn besneden, intensiever deelnemen aan het religieuze leven.” Volgens prof. Dabrock wortelt veel van de ophef in de verminderde religieuze tolerantie. „We weten dat jonge moslims zich steeds minder geaccepteerd voelen in Duitsland. Dat zie je hier ook. Als jouw geloofgroep wordt neergezet als crimineel, vol minachting van het kinderwelzijn en als plegers van seksueel geweld, wie zou zich dan niet gediscrimineerd voelen?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer