In woensdag naar buiten gekomen onderzoeksresultaten wijst Mees erop dat de Chinezen de afgelopen jaren meer dan de helft van het nationaal inkomen als spaargeld op de bank hebben gezet. Dat heeft wereldwijd de rente doen dalen. Het grote aanbod aan goedkoop geld dat hierdoor ontstond, is volgens de promovendus de belangrijkste oorzaak van de vorming van de grote zeepbel op de Amerikaanse huizenmarkt die het begin van de crisis inluidde.

Mees heeft geen bewijs gevonden dat Chinese leiders met opzet de financiële markten hebben ontregeld. Het totale spaarsaldo van China is vergelijkbaar met andere opkomende economieën in Azië. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat de Chinese welvaartsgroei voor een groot deel is veroorzaakt door een toegenomen spendeerdrift in de Verenigde Staten.

Voor haar promotiestudie baseerde Mees zich op verschillende statistische databases. Daarnaast interviewde ze 300 respondenten in Peking over de manier waarop zij tegen geld aankijken.