Duitsers zien bevolkingsomvang teruglopen
Sterven de Duitsers uit? Dat is voorlopig niet aan de orde. Vast staat wel dat er bij de oosterburen te weinig kinderen worden geboren en dat de bevolking snel vergrijst, met alle gevolgen van dien voor het sociale stelsel.
Het probleem is met een paar cijfers snel uitgelegd. Statistisch gezien krijgt iedere Duitse vrouw 1,3 kind. Bij 2,2 kinderen zou de bevolkingsomvang gelijk blijven. Dat aantal wordt in de verste verte niet gehaald en dus loopt de bevolkingsomvang terug.
Al dertig jaar lang sterven in Duitsland ieder jaar meer mensen dan dat er worden geboren. Toch is in die jaren het aantal Duitsers niet teruggelopen. Dat hangt samen met de immigratie. Bij het aantal geboorten moet ieder jaar eenzelfde aantal buitenlanders worden opgeteld en vaak is dat aantal nog hoger. Zo nam vorig jaar de bevolking nog toe met 0,1 procent en dat was te danken aan de nieuwkomers.
Als er aan de geboortecijfers niets verandert, zal op termijn alles letterlijk veranderen. Dat geldt voor de economie, voor de maatschappij en zelfs voor de staat. Geen steen blijft dan op de andere.
Al drie decennia is het geboortecijfer in Duitsland constant laag. Als dat zo blijft, betekent dat dat het geringe aantal kinderen dat nu geboren wordt, over dertig jaar een nog kleiner aantal kinderen zal voortbrengen.
De voor de economische productiviteit zo belangrijke groep van 16- tot 60-jarigen zal in het jaar 2050 met 16 miljoen zijn afgenomen. En dat gebeurt zelfs als men ieder jaar 170.000 buitenlanders zal toelaten.Tegelijkertijd is er een toename van het aantal bejaarden. Hun aantal zal tot 2050 met 10 miljoen toenemen. Een niet onbelangrijk neveneffect is dat door een afnemende bevolking de belastinginkomsten terug zullen lopen. Een kleinere bevolking betekent nu eenmaal minder belastingopbrengsten.
Tot voor kort lag de Duitse regering hier niet wakker van. Wat is het probleem? vroeg Schröder. Hij en zijn generatiegenoten wilden lange tijd nergens over horen. Zij kozen voor een dubbel inkomen, wilden ”keine Kinder” (42 procent van de universitair opgeleiden in Duitsland blijft kinderloos) en wilden genieten van het heden. Een gezinsleven was iets van vroeger. De tijd dat kinderen als een zegen van de Heere werden gezien lag ver achter hen.
Jarenlang was de gedachte: wie zegt dat je 80 miljoen mensen nodig hebt, met 40 miljoen gaat het toch ook? Door deze zomer uitgebrachte rapporten zijn de Duitsers gaan beseffen dat als er straks geen kinderen zijn, ze geen kaas op hun brood krijgen. Bij de oosterburen betaalt de werkende generatie voor de pensioenuitkering van de oudere generatie. Duitsers leggen geen geld opzij voor hun oude dag. De regel is: de generatie die na jou komt zorgt straks voor jouw pensioen.
De problemen dienen zich niet pas over een jaar of veertig, vijftig aan, maar al binnen tien jaar. In 2010 gaat de grote generatie met pensioen die na de oorlog het levenslicht zag, de zogenaamde babyboomers. Wie zal hun pensioen bekostigen?
Schröder heeft een commissie onder leiding van de econoom Bert Rürup ingesteld. Die kreeg de opdracht na te gaan hoe de sociale voorzieningen gehandhaafd kunnen blijven. Een van de maatregelen die Rürup heeft voorgesteld, is het verhogen van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar. Dit viel overigens slecht bij de Duitsers. Net als in Nederland gaat in Duitsland bijna iedereen met zijn 60e vervroegd met pensioen.
Bejaarden moeten er sowieso op rekenen dat hun pensioen volgend jaar niet wordt verhoogd. Bondskanselier Gerhard Schröder zei afgelopen woensdag dat met het oog op de demografische toestand niet gerekend moet worden op een hogere uitkering, zoals dat in het verleden ieder jaar wel gebeurde. Aan de huidige uitkeringen zal hij niet komen. „Die blijven gehandhaafd”, aldus de bondskanselier.
De Frankfurter Allgemeine is blij met „met het grotere politieke bewustzijn voor de gevaren van de bevolkingsopbouw.” De kwaliteitskrant vraagt zich tegelijkertijd af of de gevaren al voldoende zijn doorgedrongen om pijnlijke hervormingen door te kunnen voeren. In het achterhoofd van veel Duitsers zit de gedachte dat er genoeg arme landen in de wereld zijn waarvan de inwoners zich maar al te graag willen vestigen in het welvarende Duitsland. Alleen al het jaarlijkse geboorteoverschot van Turkije is genoeg om het geboortetekort van Duitsland te compenseren. Maar is op termijn Duitsland dan nog wel Duitsland? Of denkt de huidige generatie: Dat is het probleem van degenen die na ons komen?