EP-uitspraak over homohuwelijk is toevalstreffer
Een VVD-afgevaardigde erkent dat het waarschijnlijk een soort toevalstreffer was. Het Europees Parlement aanvaardde donderdag een resolutie die ook een oproep bevat om overal binnen de EU het homohuwelijk in te voeren.
De tekst, die de steun kreeg van een kleine meerderheid, is helder: „Het EP verzoekt de lidstaten een eind te maken aan elke vorm van wettelijke of feitelijke discriminatie van homoseksuelen, met name ten aanzien van hun recht om te trouwen en om kinderen te adopteren.” Of er aan de uitspraak veel waarde gehecht moet worden, daarover valt echter te twisten.
Woordvoerders van de verschillende politieke groeperingen zijn na afloop niet op de hoogte of weten niet hoe de vork precies in de steel zit. „Ik heb van onze fractieleden niets alarmerends gehoord”, zegt een van hen. Zij verwijzen door naar de parlementariërs zelf.
Maar die lijken zich er ook niet allemaal van bewust dat er op de waslijst van besluitvormingspunten een zinsnede over een nogal heikele kwestie prijkte. Het was in ieder geval -anders dan wel eens gebeurt- geen stemming die vooraf bijzondere aandacht trok of die de nodige spanning in en buiten de vergaderzaal had opgeroepen. Bovendien verliep de tijdrovende procedure van ”voor, tegen, onthoudingen” juist donderdagmiddag tamelijk chaotisch.
Het homohuwelijk stond deze week al eerder ter discussie. Toen ging het om wetgeving omtrent de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Iemand die elders in de EU aan de slag gaat, behoudt voortaan de eenmaal verworven rechten in de sfeer van uitkeringen en pensioenen. Voorts vallen in de nieuwe opzet gezinsleden van werkenden eveneens onder die bepaling.
Wie zijn de gezinsleden? Een deel van het Parlement wenste hiertoe ook de partner te rekenen in de situatie van een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht. Uiteindelijk koos een meerderheid er toch voor die toevoeging niet op te nemen, vooral tegen de achtergrond van de dreiging dat dan wel eens het hele voorstel zou kunnen stranden, in het EP of wellicht op een later tijdstip binnen de Raad van Ministers. De bewindslieden van de vijftien landen moeten namelijk nog met unanimiteit hun goedkeuring hechten aan de desbetreffende plannen op sociaal gebied. Sommigen zouden een inbreuk op hun familierecht ongetwijfeld niet accepteren.
Donderdag kwam het homohuwelijk aan de orde in het kader van een debat over hoe het binnen de Unie is gesteld met de toepassing van de grondrechten. Elk jaar verschijnt er een rapportage van het EP over dit onderwerp, met een opsomming van vermeende gebreken op terreinen zoals de vrijheid van meningsuiting, de omstandigheden in gevangenissen, de bescherming van persoonlijke gegevens, het recht op asiel, de gelijkheid van man en vrouw en de bestrijding van racisme en discriminatie. Bij de christen-democraten en bij de ChristenUnie-SGP vindt men dat dit altijd gepaard gaat met „een flink portie eenzijdig links gedram”, zoals iemand uit die kringen het formuleert.
Een pleidooi voor de mogelijkheid voor homoseksuelen om te trouwen maakt steevast deel uit van het concept van een lange reeks van kritische kanttekeningen. Ditmaal schaarde zich voor het eerst een meerderheid achter die passage. De gang van zaken: de christen-democraten, die de grootste fractie vormen, weigerden hun fiat te geven aan een afzwakkend amendement van de zijde van de liberalen. Vervolgens stonden zij met lege handen, want toen steunde een blok van socialisten, liberalen en groenen de oorspronkelijke en meest vergaande aanbeveling.
Die heeft geen dwingende werking. Het familierecht is een nationale aangelegenheid. Europa kan op dat beleidsgebied niets opleggen. Tot dusver kennen alleen Nederland en België het homohuwelijk. In zeven andere lidstaten voorziet de wet in een geregistreerd partnerschap voor twee mannen of twee vrouwen die daarom vragen.
Blokland (ChristenUnie-SGP) acht de aangenomen resolutie „van nul en generlei waarde” en vindt niet dat er een wissel is omgezet. „Gelukkig beslist niet het Europees Parlement over deze zaak”, luidt zijn reactie. De vertegenwoordiger van de protestantse partijen constateert, evenals de eerder vermelde VVD-collega, een enigszins toevallige omstandigheid. Zo hadden veel EP-leden toen er gestemd werd Straatsburg inmiddels verlaten.
PvdA-afgevaardigde Swiebel daarentegen viert het voorval als een overwinning. „Een belangrijk signaal, een revolutie wat het homohuwelijk betreft”, meent zij.