Buitenland

Syrische christenen tussen wal en schip

DAMASCUS – De afgelopen dagen werd in Syrië de strijd onverminderd voortgezet in de twee belangrijkste steden Damascus en Aleppo, met alle dramatische consequenties voor de bewoners. In Damascus lijkt de situatie zich te stabiliseren, maar de algemene veiligheid is nog ver te zoeken.

Martin Janssen
6 August 2012 11:17Gewijzigd op 14 November 2020 22:31
ALEPPO – Syrische kinderen maken het V-teken op een tank bij Aleppo. Foto EPA
ALEPPO – Syrische kinderen maken het V-teken op een tank bij Aleppo. Foto EPA

Voor het eerst bereikten de gevechten ook de christelijke wijken Baba Tuma en Bab Sharqi, waar duizenden Damascenen een veilig heenkomen hadden gezocht. Voorheen waren de christelijke wijken relatief rustig gebleven.

Het hevigst is momenteel de strijd in de noordelijke stad Aleppo, wat vooral de vele religieuze en etnische minderheden in die stad met grote zorg vervult. Binnen de christelijke gemeenschappen van Aleppo lijkt zich een nieuwe ontwikkeling af te tekenen. Er zijn namelijk berichten opgedoken dat christenen begonnen zijn zich te bewapenen. Niet zozeer om het Syrische regime te verdedigen, maar om hun eigen groepering te beschermen tegen de gewapende rebellen, waaronder in toenemende mate buitenlandse jihadisten te vinden zijn die als onverzoenlijke bekendstaan.

Het Amerikaanse blad Global Post interviewde een aantal christenen in Aleppo, onder wie Abu George, een bewoner van de christelijke wijk Aziza in de stad. Hij vertelde dat functionarissen van de Ba’athpartij de christenen wapens hadden aangeboden. Velen van hen hebben volgens Abu George nu besloten om op dit aanbod in te gaan. Omdat „wat er in Aleppo gebeurt geen volksrevolutie voor vrijheid en democratie is. De gewapende rebellen zijn radicale soennieten die een islamitische staat willen stichten.”

Geen herhaling

De christelijke kerken in Aleppo blijken de afgelopen dagen snel in actie te zijn gekomen. Ze hebben een coördinatiecomité opgezet dat, naast het bieden van hulp aan vluchtelingen, ook moet helpen bij de bescherming van kerkgebouwen en bezittingen van christenen. Aartsbisschop Jean Clement Jeanbart laat er geen twijfel over bestaan dat de kerken in Aleppo vastbesloten zijn een herhaling van het drama in Homs te voorkomen. In die stad sloegen 80.000 christenen op de vlucht nadat de christelijke wijken werden overgenomen door gewapende rebellen. Ten minste elf kerken raakten er zwaarbeschadigd of werden gedeeltelijk verwoest.

Veel Syrische christenen hebben in toenemende mate het gevoel er alleen voor te staan. Hun gevoelens worden verwoord door patriarch Ignatius Joseph III, hoofd van de Syrisch-Katholieke Kerk in Syrië. De patriarch beschuldigde het Westen ervan „in het hele Midden-Oosten de christenen op te offeren omwille van eigen politiek en economisch voordeel. De westerse regeringen zijn tot de conclusie gekomen dat het onvermijdelijk is dat radicale islamisten aan de macht komen. Wij oosterse christenen voelen ons door hen verraden.”

Religieuze motieven

De vrees van de patriarch werd recent herhaald door Leonard Leo, voorzitter van de USCIRF, een Amerikaanse commissie voor internationale godsdienstvrijheid. In deze hoedanigheid sprak hij zijn zorg erover uit „dat het christendom in het gehele Midden-Oosten met uitroeiing wordt bedreigd door de opkomst van radicale salafisten, die omwille van religieuze motieven minderheden vervolgen.” Leo verwees hierbij naar de situatie in Irak, „waar het Westen te weinig begreep dat de strijd in dit land vrijwel uitsluitend van sektarische aard was” en dat „vooral de christelijke minderheid de dupe” van die strijd werd.

Radicalisering

Niemand kan er zijn ogen voor sluiten dat dit scenario zich in Syrië lijkt te herhalen. De gebeurtenissen in het dicht bij Hama gelegen stadje Quseir enkele weken geleden zijn hier een voorbeeld van. Bijna een halfjaar geleden kwam Quseir in handen van de gewapende rebellen. Een zekere Abu Ali leidt er nu de zogeheten Wadibrigade. Abu Ali was een soennitische Syrische officier die deserteerde uit het leger en de zijde van de gewapende opstandelingen koos. Sindsdien gaf hij via Skype vele interviews die zijn geleidelijke radicalisering duidelijk maakten. Uiteindelijk zouden de 10.000 christenen van Quseir uit de stad worden verdreven met de expliciete goedkeuring van Abu Ali „omdat de christenen het regime steunen.”

Velen van hen vluchtten naar het nabijgelegen Libanon, waar de Syrische burgeroorlog de christenen diep verdeelt. Een gedeelte van de Libanese christenen steunt de Syrische oppositie, omdat ze vinden dat het voor christenen onethisch is om een dictatoriaal regime zoals het Syrische te steunen. Deze groep wordt vertegenwoordigd door de Libanese oud-patriarch Nasrallah Sfeir. Zijn opvolger echter, de nieuwe patriarch, is de woordvoerder geworden van de tweede groep Libanese christenen. Deze christenen vrezen dat de val van het Syrische regime zal leiden tot een radicaal soennitisch bewind in Damascus, met alle rampzalige gevolgen van dien voor zowel de Syrische als de Libanese christenen.

De Libanese christenen zijn echter wel verenigd in hun diepe bezorgdheid over de situatie in buurland Syrië. Woensdag gaven de Libanese bisschoppen een gezamenlijke verklaring uit. Ze waarschuwden hierin in de meest sterke bewoordingen dat het falen van de Libanese regering –gekoppeld aan de enorme politieke veranderingen in de regio– kan leiden tot de totale ineenstorting van de Libanese staat.

Hulpverlening

Ondertussen lijkt in Libanon de hulpverlening aan Syrische vluchtelingen maar langzaam op gang te komen. Veel Syrische christenen zijn gevlucht naar Zahle, een stad in de Libanese Bekaavallei. Ze hoopten hier hulp en medeleven te ondervinden van hun geloofsgenoten, maar veel Syrische christenen klagen over de kille ontvangst die hun in Zahle ten deel viel.

Terwijl vele individuele christenen hulp boden, kwamen de officiële kerkelijke instanties pas enkele maanden geleden in actie en dan nog traag en sporadisch. Sommigen verklaren dit uit de angst van Libanese kerken om in de Syrische burgeroorlog betrokken te worden.

Namens de Verenigde Naties is de vluchtelingenorganisatie UNHCR in Zahle actief, maar om hulp van deze organisatie te verkrijgen dienen de Syrische christenen zich officieel als vluchteling te registreren. Dit weigeren velen, omdat ze vrezen dat dit kan worden geïnterpreteerd als zouden zij de Syrische oppositie steunen, wat de meesten van hen nu net niet doen.

Abir Hanna, die in Zahle de hulp aan de Syrische christenen coördineert, stelt dat „de christenen zich meer op hun gemak voelen bij de hulpverlening van de plaatselijke kerken dan bij de UNHCR.” De hulpverlening van de plaatselijke kerken lijkt tot op heden echter onvoldoende te zijn.

Meer oostwaarts voltrekt zich in alle stilte een andere tragedie. Het is het drama van de vele tienduizenden Irakese christenen die indertijd het geweld in hun vaderland ontvluchtten en in Syrië terechtkwamen. Nu worden zij gedwongen terug te vluchten naar Irak, waar hun toekomst veelal één groot vraagteken is. Hun vlucht is een sprong in het duister. Ondertussen zien steeds meer Syrische christenen zich voor de keuze gesteld tussen óf hun verdrijving afwachten óf de wapens opnemen, omdat de kreten ”Allahoe akbar” –Allah is groot– en „alle christenen naar Beiroet” hun in de oren klinken.

Het is daarom verheugend dat de Republikeinse senator Gus Bilirakis donderdag in de Amerikaanse hoofdstad 
Washington resolutie 763 heeft ingediend. Deze resolutie roept de Amerikaanse regering ertoe op prioriteit te geven aan de bescherming van de religieuze minderheden in Syrië –waaronder de christenen– „omdat zij sinds eeuwen deel uitmaken van het maatschappelijk weefsel in het Midden-Oosten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer