De uitkering komt neer op een gemiddeld bedrag van 12.000 dollar per persoon. Het hoogste individuele bedrag was 1,08 miljoen dollar. De commissie die namens het fonds over de uitkeringen besliste, boog zich over 20.702 aanvragen uit 78 landen. De meeste daarvan kwamen uit de VS (6800), Oostenrijk (3800), Israël (3200) en Groot-Brittannië (2200).

Oorspronkelijk behandelde het fonds ruim 160.000 aanvragen met een totale waarde van 1,5 miljard dollar, veel meer dan Oostenrijk, de VS en slachtofferorganisaties uiteindelijk overeenkwamen. De betalingen zijn meer „gebaren van verzoening” dan werkelijke schadevergoedingen.

Ongeveer 30 procent van de verzoeken had betrekking op verlies uit werk of onderwijs, 20 procent voor failliete bedrijven. De overige 50 procent van de claims hield verband met bankrekeningen, aandelen, obligaties, hypotheken, roerende goederen, verzekeringen, vastgoed en andere verliezen.

Het merendeel van de verzoeken om teruggave kwam van mensen die rechtstreeks waren getroffen. Omdat velen zijn geboren in de jaren ’20, zijn heel wat aanvragers tijdens de procedure al gestorven. Het fonds is nu op zoek naar ongeveer 1000 erfgenamen.