Stekende en prikkende beesten
Kleine beestjes kunnen gemeen steken en bijten. Maar waarom doen ze dat eigenlijk? En moet je altijd op je hoede voor ze zijn? Of zijn ze alleen gevaarlijk wanneer ze zich bedreigd voelen?
Sommige mensen zijn altijd bang voor steekbeesten, constateert bioloog Geert-Jan Roebers. „Ten onrechte.”
In het tweede deel van zijn boek ”Hoofdluis en andere stekers, bijters en zuigers”, schrijft Roebers over welbekende dieren: muggen, teken, bijen, wespen, mieren, vlooien en kwallen.
Van elk dier beschrijft hij wanneer het steekt en waarom. „Grofweg zijn er twee mogelijkheden: ze willen ons bloed drinken of ze steken ter verdediging.”
Roebers wil zijn lezers graag duidelijk maken wanneer ze moeten oppassen voor deze beestjes en onder welke omstandigheden de kust veilig is.
De categorie bloeddrinkers –hoofdluis, vlo, mug en teek– tapt bij mensen een klein beetje bloed af. Dat bloed kunnen we zonder problemen missen. Vervelender is het speeksel dat in de huid achterblijft: dat geeft vaak jeukende bulten.
Bloedzuigers kunnen ook ziekten overbrengen: in de tropen verspreiden muggen bijvoorbeeld malaria. In ons land kunnen mensen via een tekenbeet de ziekte van Lyme krijgen.
Bijen en wespen, maar ook mieren, steken uit zelfverdediging. „Als je alert bent, is de kans op pijnlijke ontmoetingen kleiner. Ga bijvoorbeeld de zee niet in als er steekkwallen op het strand liggen. En als je buiten uit een blikje drinkt, laat het dan niet onbeheerd staan. Je kunt aan de buitenkant niet zien of er een wesp in zit.”
”Hoofdluis en andere stekers, bijters en zuigers”, Geert-Jan Roebers; uitg. Winkler Prins/Unieboek, Houten, 2012; ISBN 978 90 003 0652 7; 96 blz.; € 10,-.
Teek binnen 24 uur verwijderen
Teken zijn berucht omdat ze besmet kunnen zijn met de Borreliabacterie, veroorzaker van de ziekte van Lyme. „Omdat het meestal 24 uur duurt voor een teek speeksel in de wond loslaat, is de kans op besmetting klein als hij voor die tijd wordt verwijderd”, schrijft Roebers.
Zijn advies luidt: „Draag tussen maart en oktober in de natuur liefst lange mouwen en een lange broek.”
Controleer na een dag in de openlucht op beestjes. „Een nuchtere teek is zo klein als een speldenknop. Vastgezogen doet zo’n teek eerder denken aan een bloedkorstje. Favoriete plekjes: lies, knieholte, oksel, binnenkant elleboog. Let speciaal op plekken waar kleding nauw aansluit, zoals het elastiek van de onderbroek en de bovenrand van sokken.”
Blijft een deel van de teek achter? „Ga niet peuteren; net als bij een splinter komt dit er vanzelf uit.”
Verschijnt er een ring, of wordt de plek rood: „Ga bij elke twijfel naar de huisarts. Hij kan antibiotica voorschrijven tegen de Borreliabacterie.”
Van onrust wordt wesp agressief
Velen zullen herkennen dat wespen vooral in de nazomer een probleem vormen. Roebers legt uit: „Jonge koninginnen en mannetjes (darren) worden dan geboren. Het volk valt uiteen en de werksters kunnen met pensioen. Juist die hangouderen zijn de lastpakken.”
Een wespensteek geeft een vervelende, branderige bult. „Leuk is het nooit, maar gevaarlijk is het gelukkig zelden. Een steek in de hals of de mond is wel riskant. Ook bij een groot aantal steken of bij allergie kunnen heftige reacties optreden. Het is dan zaak om snel naar een dokter te gaan of zelfs 1-1-2 te bellen.”
Met een wesp in de buurt is het zaak rustig te blijven, benadrukt de bioloog. „Opspringen en meppen werkt averechts: wespen worden er agressief van. Bovendien scheiden ze dan een stof af waarmee ze hun zusters te hulp roepen.”
Heeft een wesp gestoken, dan helpt uitzuigen met een speciaal spuitje en insmeren met lidocaïnecrème. Zuur, zoals azijn en citroensap, doet de werking van het gif teniet.
Honingbij verdedigt haar volk
Bijensteken komen minder voor dan wespensteken, maar ze kunnen wel harder aankomen, weet Roebers. „Een honingbij steekt alleen uit zelfverdediging, of beter: ter verdediging van het volk.”
De reactie op een bijensteek is vaak heftiger dan op een wespensteek doordat er meer gif wordt ingebracht en doordat de ‘cocktail’ effectiever is. „Daar staat tegenover dat bijen minder snel steken en bloemen verkiezen boven terrasjes.”
Na een steek blijft de angel nogal eens in de huid achter. „Verwijder die zo snel mogelijk. Vaak zit de gifklier er nog aan. Zorg dat die niet leeggedrukt wordt”, raadt de bioloog. „Spoel het wondje schoon en ontsmet dat met alcohol. Een effectief tegengif is zuiveringszout, oftewel bakpoeder (natriumbicarbonaat). Maak er een papje van en doe dat op de steek. Gebruik geen azijn zoals bij een wespensteek.”
Kweekvijver voor muggen
Vrijwel iedereen kent de jeukende bulten van de steekmug. „Anders dan de ‘zoetsappige’ mannetjes die van nectar leven, zijn de vrouwtjes bloeddorstig”, aldus Roebers. De mens is overigens tweede keus. „Als de gewone steekmug de keus heeft, zal ze geen bloed van een mens maar van een vogel of een varken aftappen.”
Het vrouwtje heeft eiwitrijk bloed nodig om eitjes te vormen, die ze vervolgens legt in stilstaand zoet water. Wie geen muggen wil kweken, doet er dus goed aan om teilen, emmers en gieters in de tuin regelmatig te legen.
Wie een jeukende bult heeft opgelopen, kan daar beter niet aan krabben. „Dat is makkelijker gezegd dan gedaan”, erkent Roebers. „Krabben is even lekker, maar daarna kan de jeuk juist verergeren.”
Gebruik van anti-jeukmiddelen met antihistamine, zoals Azaron of prrrikweg, raadt hij af, omdat ze overgevoeligheid (allergie) kunnen veroorzaken. „Azijn werkt ook.”
Kwal kan stranddag vergallen
„Kwallen kunnen een dagje strand vergallen”, stelt Roebers. „Door een pijnlijke steek, maar vaker nog doordat je de zee niet meer in durft. Want aangespoelde kwallen op het strand zijn een aanwijzing dat er in zee nog veel meer zijn.”
De oorkwal, die in de Noordzee het meest voorkomt, steekt niet. Veel Nederlanders kunnen onschuldige soorten echter niet onderscheiden van prikkende kwallen, weet Roebers uit ervaring. Hij groeide op aan de Zeeuwse kust en kreeg die kennis wel van jongs af mee.
Kenmerkend voor de oorkwal is het geelwitte of roze klavertje in de doorzichtige klok. Ook de zeepaddenstoel, met een grote blauwgroene ‘hoed’ met donkerpaarse franjerand, is ongevaarlijk.
De kompaskwal kan wel gemeen steken. „Hij is goed te herkennen aan zijn ‘kompasroos’ van V-vormige bruine lijnen.”
Ook haarkwallen moeten badgasten mijden. Onder hun klok hangen honderden tentakels als een wilde haardos. „Zowel de steken van de blauwe haarkwal als van de grotere, in Nederland zeldzame gele haarkwal kunnen erg pijnlijk zijn.”