Janssen vindt dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid daarom ook moet kijken naar de wijze van certificering bij dergelijke bedrijven. „Hiermee ging het immers ook al mis bij de banken. Die werden door een onafhankelijke instantie kredietwaardig genoeg bevonden, maar waren dat in praktijk niet.”

Hij vindt het op zijn minst vreemd dat een onafhankelijk bureau dergelijke certificaten heeft afgegeven. „Zo kon Odfjell zich blijven verzekeren. Dat is belangrijk, want als dat niet meer kan, moet het bedrijf sluiten”, zegt Janssen.

Volgens het bureau Lloyd’s Register Quality Assurance (LRQA) in Rotterdam, dat de certificaten toekende, kent Odfjell een goed milieumanagementsysteem (ISO 14001). Dat richt zich op het beheersen en verbeteren van prestaties op milieugebied. Bij het bedrijf lekte echter vorig jaar nog 200 ton butaangas en een hoeveelheid benzine. Bovendien was er in 2001 ook benzeen vrijgekomen.

Het andere certificaat dat Odfjell op de borst werd geprikt was de ISO 9001, dat eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van de organisatie. Ook daar schortte het aan, want het bedrijf is nog veel te weinig gericht op veiligheid. „De ISO 9001 richt zich op het verhogen van de kwaliteit en klanttevredenheid”, staat in een persbericht van Odfjell. De certificaten zijn geldig tot en met 31 mei 2015.

Janssen vraagt zich af wat de waarde van deze certificaten is als blijkt dat inspecties constateren dat het er niet goed zit. „Waar moet je dan nog op varen als inspectiedienst. Moet je dan iedere keer alles overdoen?” De Milieudienst Rijnmond heeft Lloyd’s wel gevraagd waarom die certificeringen zijn afgegeven, maar kreeg daar geen passend antwoord op. Bij Lloyd’s is niemand bereikbaar voor commentaar.