Jip Wijngaarden exposeert in de sjoel in Elburg
Het werk van Jip Wijngaarden is niet los te zien van haar persoon, en vooral niet van haar levensweg. Het geeft haar werk diepgang en maakt elk schilderij tot een verhaal, een boodschap. De Elburgse sjoel toont werk van deze Messiasbelijdende Wijngaardenier.
Boven de toegangspoort van de Elburgse synagoge staan Hebreeuwse letters, een tekst uit Psalm 55: „Wij wandelden in gezelschap ten huize Gods.” Verleden tijd. In de oorlogsjaren ’41-’43 werd een groot deel van de Joodse gemeenschap in Elburg vergast. En in 1947 werd de gemeente formeel ontbonden.
Nu is de poort afgesloten met een zwart traliehek; de officiële ingang bevindt zich om de hoek. Sinds 2008 is dit godshuis dan ook meer cultuurhuis, oftewel museum. De geschiedenis van de Elburgse Joden wordt hier in de ruimste zin bewaard.
Het is stil rond museum Sjoel Elburg. Ruim een maand geleden liep hier nog wél een groot gezelschap, met in de voorhoede niemand minder dan prinses Máxima. Ze kwam de nieuwe expositieruimte openen, die achter de voormalige ‘kerkzaal’ ligt, en waar nu recent werk van de kunstenares Jip Wijngaarden te zien is. Die exposeerde hier ook al in 2008.
Foto’s van de opening laten een mooi contrast zien: de hoogblonde prinses in een licht mantelpakje, en de donkerharige Jip Wijngaarden in stemmig zwart naast elkaar. Samen bekijken ze de schilderijen, waarbij Wijngaarden tekst en uitleg geeft. Ongetwijfeld heeft prinses Máxima teruggedacht aan haar trouwpreek bij het zien van het doek ”Uw volk, mijn volk”. Het is een echte blikvanger, vol sprekende dramatiek.
Kleur en compositie zijn opvallend uitgebalanceerd. Je ziet het meteen: dit is een van de beste werken die hier hangen. Op de achtergrond een inktzwarte lucht, die contrasteert met het felle gele vlak (van koren?) in het midden. Op de voorgrond zit Ruth. Ze omklemt de benen van Naomi, die met ogen vol leed in het niets staart. Het is een universele blik, die bij Wijngaarden lijden symboliseert.
Persoonlijke symboliek
Mogelijk zit er in de zich vastklemmende Ruth ook nog persoonlijke symboliek. De kunstenares weet zich verbonden met het Joodse volk, al sinds ze op haar negentiende de hoofdrol speelde in een film over het dagboek van Anne Frank. Niet voor niets heette de vorige tentoonstelling ”Uw volk, mijn volk”, waarin het Joodse volk, zijn lijden en zijn geloof centraal stond.
Ook nu hangen er dergelijke werken, maar het accent is verlegd. ”Ik vergeet jou nooit” is de titel van de tentoonstelling, ontleend aan Jesaja 49. Kan een vrouw haar zuigeling vergeten…? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Of het geloofd wordt of niet, de Eeuwige was bij de Joden, en zal bij hen blijven. „In al hun nood was ook Hijzelf in nood” laat een lichtende gestalte en een zevenarmige kandelaar zien, te midden van gebogen, lijdende gestaltes.
Die toenemende focus op de aanwezige God is niet los te zien van de opmerkelijke levensweg van Jip Wijngaarden, die bij het bekijken van de schilderijen voortdurend in je achterhoofd zit. Volop actief in de filmwereld, overviel haar steeds meer de leegte ervan. In een interview zegt ze over deze periode: „Mijn ster rees, maar mijn ziel zonk.” Philippe Combes, een Franse cameraman, bleek dit gevoel te delen. Inmiddels zijn de twee getrouwd. Beiden zeiden de filmwereld vaarwel, en kwamen na elkaar tot geloof in de Messias.
Bezonkenheid
Zo krijgt het schilderij ”Trek me achter je aan, laten we rennen” meer dan één betekenis. Ook een werk dat staat als een huis, met schitterende kleuren. Sinds haar afscheid als acteur heeft Wijngaarden de toevlucht tot de schilderkunst genomen, een stille kunst die ruimte biedt voor meditatie en overdenking. Bezonkenheid is dan ook wat je terugziet, in de zorgvuldig uit verschillende lagen olieverf opgebouwde doeken. Dat dat niet per se zwaar hoeft te zijn, bewijst ”Trek me achter je aan”, een speels liefdestafereel waar je lang naar kunt kijken.
”Ik vergeet jou nooit” is niet alleen een woord van troost en hoop, maar tevens een liefdesverklaring, vindt Jip Wijngaarden. Dit zie je terug in de diverse door Hooglied geïnspireerde doeken. Wijngaarden gebruikt graag kleine symbooltjes in haar composities, zoals Jodensterren en Hebreeuwse alfabettekens. Bij de Hooglied-schilderijen zijn daar nog vossen, kamelen en schapen bijgekomen. Wat opvalt is het nadrukkelijk gebruik van roze en rood. Daarbij nadert de schilder de grens van het te zoetig of vaag worden. ”De kus van zijn mond” is een lieflijk plaatje, maar mist de beeldende kracht van ”Trek me achter je aan”. Ook ”Liefde en trouw kussen elkaar” is mooi van compositie, maar die knallend rozerode kusmonden doen weer net iets te goedkoop aan. De pendanten ”Lust” en ”Verlangen” hangen naast elkaar om een verschil duidelijk te maken. ”Lust” (de vrouw van Potifar) richt de blik uitdagend omhoog, bij ”Verlangen” zien we een neergeslagen, devote blik. Op de achtergrond komt een wit paard aanhuppelen, over de heuvels. Een Bijbels symbool; wie daarmee bekend is leest het schilderij als een verhaal.
Het is duidelijk dat Jip Wijngaarden (die zich overigens tegenwoordig Yanneke laat noemen) intens betrokken is geraakt bij de Bijbel. Het is geen doorsneegaleriekunst die hier hangt. Hier heerst een totaal andere sfeer, omdat de maakster in een andere wereld belandde. Om het in haar eigen woorden te zeggen: „Ik kwam thuis in een ander koninkrijk. De eeuwige God, wiens naam ik duizenden keren had vervloekt, bracht in Zijn grote liefde die vuile, beschadigde Jip thuis.”
Komt dat zien.
”Ik vergeet jou nooit” is te zien tot 20 oktober in museum Sjoel Elburg, Graaf Hendriksteeg 2. www.sjoelelburg.nl