In de middag stond de toonaangevende Dow-Jonesindex 0,9 procent lager op 12.825 punten. De breed samengestelde S&P 500-index verloor eveneens 0,9 procent tot 1363 punten en technologiebeurs Nasdaq noteerde 1,1 procent lager op 2933 punten.

De stemming Wall Street verzuurde onder meer door het bericht dat de Spaanse regio Valencia financiële steun moet vragen aan de centrale overheid. Dit voedt de angst dat niet alleen de Spaanse bankensector, maar heel Spanje door de Europese Unie van de ondergang zal moeten worden gered. De rente op de Spaanse staatsobligaties schoot vrijdag dan ook omhoog tot boven 7,29 procent, een niveau dat sinds de oprichting van de euro niet is gehaald.

Het nieuws over Spanje overschaduwde overwegend positieve bedrijfscijfers die vrijdag naar buiten kwamen. Zo was de winst van het Amerikaanse industriële conglomeraat General Electric (GE) met een daling van 16 procent toch hoger dan verwacht. GE kreg er 2,8 procent bij.

Microsoft leed in het vierde kwartaal van zijn gebroken boekjaar 2011/2012 een nettoverlies. Dat is grotendeels te wijten aan een afboeking van 6,2 miljard dollar. Het is het eerste kwartaalverlies sinds het in 1975 opgerichte bedrijf in 1986 naar de beurs ging. Microsoft verloor 1,3 procent.

Google profiteerde in het tweede kwartaal van de overname van mobieltjesfabrikant Motorola Mobility. De nettowinst steeg tot 2,8 miljard dollar. Google klom 2,9 procent.

Het Amerikaanse uitzendconcern Manpower heeft het afgelopen kwartaal veel last gehad van de economische problemen in Europa. De winst en omzet kwamen daardoor aanzienlijk lager uit dan een jaar geleden. Het fonds daalde 6,8 procent.

Een vat lichte Amerikaanse olie daalde 1,5 procent in prijs tot 91,24 dollar. Brentolie werd 1,3 procent goedkoper op 106,43 dollar. De euro was 1,2165 dollar waard, tegen 1,2175 bij het sluiten van de Europese beurzen.