Militante Palestijn gedood bij aanslag
Bij een bomaanslag in de Westoeverstad Tulkarem is maandag Raed Karmi, de plaatselijke leider van de Tanzim-militie van de Fatah-beweging van Yasser Arafat, om het leven gekomen.
Het Israëlische kabinet gaf maandag een lijst vrij van aanslagen waar Karmi bij betrokken zou zijn geweest. Hij zou verantwoordelijk zijn voor de dood van negen Israëliërs, voor het merendeel slachtoffers van beschietingen op de weg. Volgens de Palestijnen is Karmi op bevel van Israël geliquideerd.
De aanslag op Karmi werd op straat gepleegd kort nadat hij gisteren uit zijn schuilplaats in Tulkarem tevoorschijn was gekomen. In september ontsnapte Karmi nog aan de dood toen Israëlische helikopters raketten afvuurden op zijn auto. Wel kwamen toen twee passagiers om het leven.
Israël heeft de afgelopen zestien maanden tientallen militante Palestijnse leiders geliquideerd, een praktijk die door de internationale gemeenschap sterk bekritiseerd wordt en er volgens de Palestijnen op wijst dat Israël geen vredesregeling met de Palestijnen wil.
Ondertussen hebben Israëlische bulldozers maandag onder bescherming van enkele honderden soldaten negen pasgebouwde Palestijnse huizen in Oost-Jeruzalem met de grond gelijkgemaakt.
Gemeenteraadsleden van de tegen confrontatie gekante Meretz-partij stelden intussen pogingen in het werk om via de rechter te voorkomen dat nog meer huizen worden neergehaald. Slechts twee van de maandag vernielde huizen waren al bewoond.
De operatie, waarbij vijftien bulldozers en shovels werden gebruikt, vond plaats in Issawiyeh, een tot de gemeente Jeruzalem behorend dorp. Enkele tientallen bewoners die tegen de sloop protesteerden, raakten slaags met de politie.
Israël heeft al tientallen huizen in Oost-Jeruzalem neergehaald omdat ze zonder vergunning gebouwd waren. Het gemeentebestuur zegt daarbij geen verschil te maken tussen Arabische en Joodse inwoners. De Palestijnen stellen echter dat zij vrijwel nooit een vergunning krijgen en daarom wel illegaal moeten bouwen. Stadsbestuurders hebben in het verleden toegegeven dat Palestijnen inderdaad niet snel voor een bouwvergunning in aanmerking komen.
De Palestijnse mensenrechtengroepering Al Haq wil in België aanklachten indienen tegen een aantal Israëlische legercommandanten wegens oorlogsmisdaden. De groepering hoopt dat zij binnen drie maanden genoeg bewijs verzameld heeft om de eerste zaak aan te brengen.
Onderwerp van het eerste onderzoek zal de Israëlische commandant in de Gazastrook, majoor-generaal Doron Almog, zijn. Hij wordt onder meer verantwoordelijk gehouden voor de dood van vijf Palestijnse schooljongens die omkwamen door een bom van het Israëlische leger en het slopen vorige week van tientallen huizen van Palestijnen in het vluchtelingenkamp Rafah in de Gazastrook, aldus Amar Joubran, een van de onderzoekers van Al Haq.
Volgens Joubran ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor wandaden van het Israëlische leger bij de chef-staf van het leger, Shaul Mofaz, het ministerie van Defensie en premier Ariel Sharon, maar moeten ook militairen die de politieke besluiten uitvoeren verantwoording afleggen in de rechtszaal. „Het vernietigen van huizen en het doden van burgers is in strijd met het internationale recht”, aldus Joubran.
Het vernietigen van huizen in de Palestijnse gebieden, wat ook gedaan wordt als vergelding voor anti-Israëlische aanslagen, ondervindt de afgelopen dagen toenemende kritiek in Israël. Minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres heeft maandag gezegd dat gestopt zal worden met het slopen van huizen in de Gazastrook en op de Westoever. De ’sloopstop’ geldt niet voor de in 1967 veroverde delen van Oost-Jeruzalem, dat voor het grootste deel bewoond wordt door Arabieren.
Gematigde Israëlische en Palestijnse kopstukken hebben maandag aangekondigd dat zij een coalitie gaan vormen om de vredesbesprekingen na zestien maanden geweld weer op gang te brengen.
Leden van de Israëlisch-Palestijnse Coalitie voor Vrede -onder wie de Palestijnse minister van Informatie, Yasser Abed Rabbo, het Palestijnse parlementslid Hannan Ashrawi en de voormalige Israëlische minister van Justitie Yossi Beilin- kwamen maandag bijeen in een kantoor van de Noorse diplomatieke dienst op de Westoever, enkele meters van de stadsgrens van Jeruzalem. „Wij zijn van plan om een coalitie op te zetten die de weg zal plaveien naar de implementatie van de vredesakkoorden”, zei Abed Rabbo voor de vergadering.
Noorwegen bemiddelde bij geheime vredesbesprekingen die in 1993 leidden tot de ondertekening van een voorlopig vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen. Pogingen om een permanent vredesverdrag te sluiten, zijn in januari 2001 mislukt. De Israëlische premier, Ariel Sharon, heeft de hernieuwing van besprekingen verboden totdat er een week lang geen Palestijnse aanslagen hebben plaatsgevonden.
„Wij kunnen elkaar niet op officieel niveau ontmoeten”, zei Rabbo. „Alleen de vredeskampen kunnen op dit moment met elkaar spreken.” Volgens Rabbo zal de alliantie zoeken naar „praktische en concrete stappen” om de relaties tussen de beide zijden van het conflict te verbeteren. Beilin omschreef de bedoelingen van de alliantie als een zoektocht naar manieren om „het gezond verstand terug te brengen.”