Unhcr baseert zich op hulpverleners van de Syrische Halve Maan. Hulporganisaties proberen meer noodhulp te geven aan mensen die dat nodig hebben, ook in hoofdstad Damascus, aldus het Rode Kruis. Honderden mensen sloegen daar donderdag op de vlucht voor de gevechten tussen het leger en de rebellen in de hoofdstad, zei het Syrische Observatorium voor Mensenrechten eerder.

Volgens de mensenrechtengroep verlaten vooral inwoners van het westelijke Mazzeh en het zuidelijke Tadamon hun wijk. Ook het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmuk loopt leeg omdat de bewoners bang zijn voor grootschalige operaties van het regeringsleger.

Een veiligheidsfunctionaris waarschuwde voor „extreem gewelddadige confrontaties” in de komende 48 uur om Damascus „te reinigen van terroristen”. De gevechten zijn geëscaleerd nadat woensdag drie kopstukken van het Syrische regime waren gedood door de opstandelingen.

Volgens de veiligheidsbron had het leger zich tot nu toe ingehouden, maar is nu het besluit genomen om alle wapens in te zetten in de strijd. Het leger waarschuwt burgers om weg te blijven van de gevechtszones, omdat de opstandelingen ze als menselijk schild zullen gebruiken.

De situatie is „erger dan catastrofaal”, zei een inwoner van Damascus tegen een verslaggever van het Franse persbureau AFP. „De geur van bloed vult Damascus”, zei een andere inwoner.

Het Observatorium voor Mensenrechten meldde dat donderdag 48 mensen om het leven zijn gekomen door geweld in Syrië: 26 burgers, zes opstandelingen en 16 militairen. Woensdag was een van de bloedigste dagen sinds het uitbreken van de opstand, bijna 1,5 jaar geleden. Bij gevechten tussen opstandelingen en het regeringsleger vielen die dag ruim 200 doden.