Joodse leiders VS lobbyen bij Netanyahu
JERUZALEM – Tientallen Joodse leiders en geleerden in de Verenigde Staten hebben de Israëlische premier Netanyahu maandag in een brief verzocht een controversieel rapport te verwerpen waarin wordt ontkend dat Israël de Westelijke Jordaanoever bezet.
Het rapport van raadsheer Edmond Levy, dat vorige week verscheen, bezoedelt het imago van de Joodse staat en tast het vooruitzicht op vrede met de Palestijnen aan, aldus de ondertekenaars.
„Onze grote angst is dat het rapport-Levy de Israëlische positie in dit conflict (met de Palestijnen, red.) niet versterkt, maar eerder koren op de molen is van diegenen die Israëls bestaansrecht willen ondermijnen”, schrijven meer dan veertig prominente Joodse zakenlieden, lobbyisten en andere hoge personen in hun brief.
Het gaat er niet om of Levy een gefundeerde mening uitdraagt, benadrukt een van de ondertekenaars, rabbijn Daniel Gordis van de denktank Shalem Instituut. „Het gaat erom of het verstandig is dat Israël een standpunt inneemt dat voor de meeste mensen overeenkomt met annexatie van de Westoever.” Hieruit komt volgens hem het beeld naar voren dat Israël dwarsligt in het vredesproces.
In het rapport-Levy wordt de stelling verkondigd dat de Westoever niet bezet wordt en dat Israël het recht heeft hier nederzettingen te bouwen. Dat standpunt is in strijd met de internationale consensus dat de nederzettingen illegaal zijn en een obstakel vormen voor vrede.
Netanyahu laat een speciaal forum oordelen of de conclusies van de commissie moeten worden verworpen of niet. Als de regering zich achter het rapport schaart, kan zij aansturen op nieuwe bouwactiviteiten in de nederzettingen en kritiek van het hooggerechtshof, dat maant tot ontmanteling van de nederzettingen, makkelijker afwimpelen.
Behalve Levy maakten oud-rechter Tehiya Shapira en Alan Baker, een deskundige op het gebied van internationaal recht, deel uit van het comité. Netanyahu benoemde het comité in januari om de legale aspecten rondom de buitenposten van de nederzettingen te onderzoeken.
Buitenposten zijn uitbreidingen van nederzettingen die zonder toestemming van de Israëlische regering zijn opgericht. Overheidsinstanties verleenden echter wel hulp bij het verkrijgen van de infrastructuur.
De buitenposten ontstonden nadat Israël in de jaren negentig de oprichting van nieuwe nederzettingen stopzette. Soms liggen ze kilometers af van de nederzettingen waar ze bij zouden moeten horen.
Het comité stelt voor dat Israël alle buitenposten legaliseert. In de gevallen dat de buitenposten zijn opgericht op particulier eigendom van Palestijnen, moet hun compensatie worden aangeboden.
De comitéleden verwierpen het idee dat Israël de Westelijke Jordaanoever bezet. Er is volgens hen geen sprake van „militaire bezetting”, zoals het internationaal recht deze definieert.