Binnenland

„Waterbeheer is een lappendeken”

Het waterbeheer in Nederland staat op papier als een huis, maar in de praktijk neemt niemand zijn verantwoordelijkheid. Waterdeskundige Peter van Rooy: „Ons waterbeleid fungeert over de hele wereld als model, maar de uitvoering schiet ernstig tekort. Het wordt tijd dat de politiek dit probleem beetpakt.”

Evert van Dijkhuizen
2 September 2003 11:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:31
<center>Van Rooy</center>
<center>Van Rooy</center>

Rivieren die overlopen, dijken die doorbreken; Nederland ondervindt steeds vaker wateroverlast. Huizen lopen onder, mensen raken gedupeerd, verzekeraars steggelen over de schadevergoeding en de overheid verweert zich tegen het verwijt dat zij laks is geweest. Een ritueel dat met regelmaat terugkeert.

„We worden aan alle kanten door het water ingehaald”, zegt Van Rooy van het Rathenau Instituut in Den Haag, dat technologisch en wetenschappelijk onderzoek doet. „Van links door de zee, van rechts door de grote rivieren, van boven door de regen en van beneden door het grondwater. Het zou pure domheid zijn als we ons waterbeleid niet aanpassen.”

Van Rooy pleit voor „een stoelendans”: een nieuwe verdeling van taken om Nederland beter te beschermen tegen het water. „Nederland is het waterputje voor het noordwesten van Europa. We hebben een waterbeheerbeleid dat al 750 jaar onveranderd is gebleven. De problemen die we de afgelopen tijd met water hebben gehad, zijn geen incidenten meer, maar de gevolgen van een veranderend klimaat.”

Er zijn 600 instanties -waterschappen, provincies en gemeenten- die allemaal een rol spelen in het waterbeheer. Van Rooy: „Het waterbeheer is een lappendeken. Iedereen vecht voor zijn eigen belangen. Nederland gaat aan het poldermodel ten onder. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van de waterkeringen. Ze worden in hun werk gehinderd door een sterke bureaucratie.”

Noemt u eens een voorbeeld?

„De besturen van de waterschappen worden gekozen door de burgers. Slechts 22 procent van de bevolking gaat naar de stembus. De verkiezingen leven totaal niet, maar de gekozen bestuurders zijn wel degenen die het waterbeheerbeleid moeten uitvoeren.”

De waterschappen krijgen voor die taak geld via vier verschillende heffingen die aan elke belastingbetaler in Nederland worden opgelegd. Ook die ingewikkelde werkwijze stelt Van Rooy aan de kaak. „Mijn voorstel is de waterschappen hun geld rechtstreeks van het Rijk te laten betrekken. Dat is veel efficiënter.”

Zijn de waterschappen verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van de waterkeringen, de provincies moeten controleren of de waterschappen hun werk goed doen. Daar komt volgens Van Rooy in de praktijk weinig van terecht.

Waarom niet?
„Machtsverhoudingen spelen een rol. Er zijn twaalf provincies tegenover 48 waterschappen. Wat stellen de provincies in die verhouding voor? Het toezicht is een formaliteit. De provinciebesturen zetten één keer per jaar een handtekening onder een formulier zonder dat ze daadwerkelijk controleren. Het Rijk kan de controle beter overnemen. Daar zit al een dienst Inspectie Water.”

Het probleem bij de waterschappen zit vooral in het beheer van de secundaire waterkeringen. Dat zijn de boezemkades die achter de primaire waterkeringen, zoals de rivierdijken, liggen. Water zou volgens Van Rooy ook een veel belangrijker rol moeten spelen in de ruimtelijke ordening. „Ik roep al jaren dat we anders moeten gaan bouwen in Nederland. Gemeenten geven te makkelijk bouwvergunningen voor projecten vlak bij waterkeringen. De gevolgen, bijvoorbeeld een dijkverzakking, worden niet overdacht. Het Rijk moet daar veel alerter op zijn.”

Van Rooy heeft de afgelopen tijd meegewerkt aan „een integraal rapport” van het ministerie van Financiën over het waterbeheer in Nederland. „Het rapport brengt niet alleen in kaart wie verantwoordelijk is voor de waterhuishouding, maar levert ook flinke kritiek op de onoverzichtelijke verdeling van de taken. Het rapport wordt eind september besproken in de ministerraad. Het zal flink stof doen opwaaien.”

Wat kost het waterbeheer per jaar?

„Vier miljard euro. Voor zo’n groot bedrag moet ons land zijn zaakjes voor elkaar hebben. Dat er problemen zijn met de uitvoering van ons waterbeleid wordt onderkend, maar nu moet er nog wat aan gedaan worden. Klimaatveranderingen wachten echt niet totdat Nederland orde op zaken heeft gesteld.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer