Buitenland

‘Saddam’ op tape: Aanslag niet mijn werk

De Arabische nieuwszender al-Jazeera heeft maandag een geluidsopname uitgezonden die van Saddam Hussein afkomstig zou zijn. Saddam zegt op de tape niets te maken te hebben met de bomaanslag van afgelopen vrijdag op een islamitisch heiligdom in Najaf, waarbij zeker 125 mensen omkwamen. Onder de doden was de prominentste sjiitische geestelijke van Irak, ayatollah Mohammed Baqir al-Hakim.

AP
2 September 2003 11:13Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

Volgens de stem op de tape hebben de „slangen, de dienaren van de bezetters” de getrouwen van Saddam „zonder enig bewijs” beschuldigd van de moord op al-Hakim. Saddam benadrukt op de tape nog altijd de leider te zijn van alle Irakezen, daarmee aangevend dat hij geen aanslag zou laten plegen op welke etnische of religieuze groepering binnen Irak dan ook. „U gelovigen, als een corrupt persoon u nieuws brengt, controleer het dan goed alvorens zomaar beschuldigingen te uiten”, haalde Saddam de koran aan. „Anders zult u spijt krijgen van uw beschuldiging.”

Tienduizenden Irakezen zijn zondag in een rouwstoet voor al-Hakim vanuit Bagdad op weg gegaan naar Najaf, waar hij vandaag is begraven. Iraakse politieagenten waren massaal op straat. Alleen al rond de Ali-moskee, waar de aanslag werd gepleegd, stonden er 400. Amerikaanse soldaten bleven buiten de voor sjiieten heilige stad en bemanden controleposten op wegen die naar Najaf leiden.

De stem op de bandopname maakte geen melding van de aanslag op de Jordaanse ambassade op 7 augustus en die op het VN-hoofdkwartier in Badgad, twaalf dagen later. Het was voor het eerst sinds 1 augustus dat Saddam Hussein weer een geluidsopname aan een televisiezender stuurde. Of de opname authentiek is, moet nog worden vastgesteld.

Onder Saddam maakte de soennitische minderheid de dienst uit in Irak. De sjiitische meerderheid werd onderdrukt. Veel sjiieten in Najaf hebben de schuld voor de aanslag bij getrouwen van Saddam gelegd. De Iraakse politie heeft negentien verdachten gearresteerd, voor een deel buitenlanders. Sommige verdachten zouden mogelijk banden hebben met al-Qaida.

De leider van de Libanese guerrillabeweging Hezbollah ziet de hand van Israël in de bomaanslag op de moskee in Najaf. Sjeik Hassan Nasrallah deed zijn uitspraak maandag op een herdenkingsdienst voor de omgekomen ayatollah in de Libanese hoofdstad Beiroet.

Volgens de Hezbollah-leider zou Israël ayatollah al-Hakim hebben willen doden omdat hij de Palestijnse zaak steunde en een fel tegenstander van Israël was. „Een Irak geleid door de broeders en kameraden van Sayyed al-Hakim is het Irak dat het Palestijnse volk echt steunt, niet het Irak van Saddam Hussein dat Irak en Iran vernietigde om Amerika en Israël te plezieren”, zei Nasrallah, wiens organisatie een sjiitische grondslag heeft.

De Hezbollah-leider stelde dat een ingewikkelde bomaanslag, zoals die van vrijdag in Najaf, onmogelijk het werk kon zijn van één persoon. Hulp van Israël bij de aanslag was volgens hem dan ook niet uit te sluiten. Maar hij zei dat mogelijk ook aanhangers van Saddam verantwoordelijk waren voor de aanslag, aangezien de verdreven Iraakse dictator al eerder aanvallen had uitgevoerd op de sjiieten in zijn land. Nasrallah zei niet waar hij zijn vermoedens op baseerde.

Nasrallah riep zowel de soennitische als de sjiitische moslims in Irak op door te gaan met hun pogingen de moslims in het land te verenigen. Onenigheid tussen de twee geloofsstromingen zou volgens hem de Amerikanen alleen in de kaart spelen. „De Amerikanen willen geen regering en geen politiek stelsel in Irak. Ze willen geen verenigd Irak. De Amerikanen willen een verscheurd Irak, gebroken en verdeeld. Daarop willen ze de politieke kaart van de regio baseren”, aldus Nasrallah.

De door de Amerikaanse bezettingsmacht aangestelde bestuursraad voor Irak heeft maandag na weken van uitstel de samenstelling van een interim-regering bekendgemaakt. De sjiieten maken met dertien leden net de meerderheid van het kabinet uit. Verder zitten er vijf Arabische soennieten, vijf Koerdische soennieten, een etnische Turk en een Assyrische christen in de 25 leden tellende regering.

De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken wordt Hoshyar Zebari, een voormalige woordvoerder van de Koerdische Democratische Partij. Het belangrijke ministerie van Oliezaken komt onder leiding van Ibrahim Mohammed Bahr al-Uloum, een zoon van Mohammed Bahr al-Uloum die afgelopen zaterdag zijn lidmaatschap van de bestuursraad opschortte uit protest tegen het gebrek aan veiligheid in Irak en het onvermogen van de Amerikanen om belangrijke figuren te beschermen.

De enige vrouw in het kabinet is de Koerdische minister van Openbare Werken, Nisreen Mustafa Siddiq Barwari. Ministers van Informatie en Defensie zijn er niet. Er is geen premier en de ministers zorgen alleen voor het dagelijks bestuur van hun departementen. De beslissingsmacht blijft in handen van de Amerikaanse bewindvoerder Paul Bremer. Dat blijft zo totdat er een nieuwe grondwet is en er verkiezingen worden gehouden.

De bestuursraad werd in juli aangesteld. Al weken kondigde de raad aan de eerste Iraakse regering van het naoorlogse Irak aan te stellen, maar om onduidelijke redenen werd dat steeds uitgesteld, tot ongenoegen van de Amerikanen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer