Zeker 200 doden door geweld in Noordoost-Congo
Leden van Lendu-milities hebben de afgelopen maand in Fataki in het noordoosten van Congo zeker 200 mensen vermoord en 137 mensen ontvoerd. Fataki, een plaats die in handen was van de Hema, is verwoest. Dat heeft een woordvoerder van een Hema-militie zondag gezegd. De Hema en de Lendu zijn volken die op voet van oorlog met elkaar staan de provincie Ituri in het noordoosten van Congo.
Volgens een woordvoerder van de Hema-militie, de Unie van Congolese Patriotten, zijn duizenden inwoners van Fataki op de vlucht gejaagd. Vertegenwoordigers van de VN-missie in Congo (Monuc) konden de cijfers die de woordvoerder noemde niet bevestigen, maar militaire waarnemers die zaterdag in helikopters over Fataki vlogen zagen daar slechts enkele mensen, kennelijk plunderaars die de smeulende resten van huizen doorzochten. Volgens Monuc-woordvoerder Leo Salmeron is Fataki waarschijnlijk donderdag of vrijdag voor het laatst aangevallen.
In de hoofdstad van Ituri, Bunia, droegen Franse militairen zondag de leiding over de vredesmacht aldaar over aan Bengalese troepen, die deel uitmaken van een VN-macht die de hele provincie Ituri moet gaan stabiliseren. De door Frankrijk geleide troepenmacht werd in juni met een mandaat van de Verenigde Naties naar Bunia gestuurd, waar bij gevechten tussen Hema- en Lendu-milities in enkele weken tijd zeker 500 doden waren gevallen. In Bunia is het inmiddels weer rustig, maar in de rest van de provincie woedt de strijd tussen de milities voort.
In Bunia zijn nu 2500 Bengalese militairen. De rest van de VN-vredesmacht, die 4800 leden gaat tellen, arriveert de komende maand in Ituri. Het zijn troepen uit India, Pakistan, Nepal en Uruguay,