Hermitage Amsterdam toont grote impressionisten
Het blijft sensationeel, dat verhaal van de Franse impressionisten. Het gaat over een paar eigenzinnige kunstenaars die in de officiële salons van Parijs niet werden toegelaten. Ondertussen veranderden ze de kunstwereld. Vandaag de dag zijn ze wereldberoemd en de lievelingen van het publiek.
Met de tentoonstelling ”Impressionisme. Sensatie en inspiratie” wil museum Hermitage Amsterdam honderdduizenden bezoekers trekken. Het museum opende drie jaar geleden in hartje Amsterdam de deuren als dependance van de Hermitage in Sint Petersburg (Rusland). En daarmee is voor het Nederlandse publiek en het Amsterdamse toerisme een omvangrijke collectie topkunst binnen handbereik gekomen. In de zesde expositie die de Hermitage aan de Amstel organiseert, wordt de Franse kunst van de negentiende eeuw belicht. Maar terwijl de titel vertelt dat de tentoonstelling over het impressionisme gaat, raakt de bezoeker dit idee tijdens de tentoonstelling kwijt. Bewust zijn werken van allerlei kunststromingen naast elkaar gehangen en daarmee blijft de uitwerking van het thema soms onoverzichtelijk en verwarrend.
Verguisd en vereerd
Generatieslang was de Franse kunstwereld ervan overtuigd dat niet alle thema’s geschikt zijn voor een kunstwerk. De academische traditie wilde alleen ”waardige” thema’s schilderen en had een sterke voorkeur voor mythologische, Bijbelse en historische onderwerpen. De afgebeelde mensen waren haast volmaakt en ongenaakbaar. De schilderijen waren glad en zorgvuldig geschilderd, zonder grove schildertoetsen of dikke klodders verf.
In de negentiende eeuw groeiden er protesten tegen de dominantie van de academische kunst en de officiële salons in Parijs. De jury die kunstwerken toeliet of afwees kon de carrière van een kunstenaar maken of breken. In het jaar 1863 werd meer dan de helft van de kunstwerken afgewezen. Napoleon III mengde zich persoonlijk in de kwestie en opende een tentoonstelling voor afgewezen kunstwerken, de Salon des Refusés. In de jaren erna werden er op de Salon des Refusés veel impressionistische kunstwerken getoond. Deze kunstwerken verbeeldden in een schetsmatige stijl en met sprankelende kleuren de beweeglijkheid van de natuur en de invloed van het licht op de werkelijkheid. De kunst deed soms abrupt en soms geleidelijk afstand van de verheven traditionele thema’s, in ruil voor het leven van alledag en de natuur om de schilders heen.
In de loop van de twintigste eeuw werd de academische kunst steeds meer verguisd, terwijl de populariteit van impressionistische kunst tot op de dag van vandaag groot is. In deze tentoonstelling wil men een evenwichtiger beeld geven. Het is fascinerend om in één tentoonstelling de kunstwerken van de juryleden en die van impressionistische allure bij elkaar te zien.
Koel ontvangen
Tijdens het bekijken van de tentoonstelling wordt het duidelijk dat het moeilijk is om je als hedendaagse kijker te verplaatsen in de wereld van toen. In de zaal hangt een dramatisch schilderij: ”Keizer Maximiliaan voor zijn executie”. Het is glad afgewerkt, het toont een historisch thema en het werd toegelaten tot de salon. Blijkbaar was de jury tevreden. En toch werd dit kunstwerk van Jean-Paul Laurens door de critici in 1882 „tamelijk koel” ontvangen. De vraag rijst hoe het komt dat bezoekers toen van het ene kunstwerk laaiend enthousiast werden en van een ander niet.
En niet alleen toen, maar ook nu is het lastig om te schakelen tussen de diverse kunststijlen. Zou je bijvoorbeeld het schilderij ”De oevers van de Marne” (1888-1890) van de kunstenaar Paul Cézanne, nu een zeer gewaardeerd kunstenaar, echt zo goed hebben gevonden als er de naam van een onbekende onder had gestaan? En waarom zou het dan zo goed zijn? De uitgangspunten van waaruit Cézanne werkte, verschilden hemelsbreed van de visie van academische kunstenaars. Volgens de traditionele regels leidt de compositie je aandacht direct naar het belangrijkste onderwerp. Maar zo belandt je blik bij het schilderij van Cézanne ergens langs de oeverlijn, die net niet recht is geschilderd. Het ging Cézanne niet meer om het landschap met het witte huis en de begroeide oever. En ook niet om het licht dat de impressionisten wilden vangen. Maar om het platte vlak en de verdeling van vormen op het schilderij zelf.
Boterhammen
De tentoonstelling laat zien dat de Parijse kunstwereld niet alleen bestond uit salonkunstenaars en impressionisten. Daarmee roepen de samenstellers nieuwe vragen op. Als de verhoudingen tussen het impressionisme en de salonkunst niet zo zwart-wit waren, hoe lagen dan de verhoudingen met andere kunststromingen? Als de toegang tot de salon een voorwaarde was voor een carrière als kunstenaar, hoe kwamen de landschapschilders in Barbizon dan aan boterhammen op hun bord? De uitgebreide tekstbordjes geven er soms een antwoord op, maar weiden vooral uit over de geschilderde thema’s.
Een prestigieuze tentoonstelling als deze, die een ”nieuwe” invalshoek kiest, suggereert gedegen vooronderzoek. De muurteksten met hun lay-out van een krantenpagina van vroeger lijken uit de negentiende eeuw te stammen. Maar de werkelijke bronnen ontbreken. Waarom tonen ze niet de originele krantenartikelen (desnoods kopieën) waarin je als bezoeker kunt zien en voelen wat er daadwerkelijk leefde op het moment dat de jury meer dan de helft van de kunstwerken weigerde voor de salon? Welke historische informatie is ons nu nog onbekend? Wie gegrepen is door het verhaal, mist regelmatig de historische en wetenschappelijke onderbouwing.
Maar voor alle liefhebbers van 19e-eeuwse kunst blijft het heerlijk dat er weer eens een collectie Franse meesterstukken uit het verre Rusland naar Nederland kwam.
De tentoonstelling is tot en met 16 januari 2013 te bezichtigen. Bij de tentoonstelling verschenen een catalogus en een lees- en doeboek voor kinderen, ”Ben jij een impressionist?”
Zie ook hermitage.nl