De besluiten zijn „redelijk verantwoord” en wijzen „ruwweg in de juiste richting”, vindt Arnoud Boot van de Universiteit van Amsterdam. Maar nu is het volgens hem cruciaal dat er goed toezicht en zeker ook interventie mogelijkheden worden opgetuigd.

Volgens Boot wordt er in de verklaring na de eurotop weinig duidelijkheid gegeven over met name de mogelijkheden om in te grijpen bij banken. Maar alleen als zowel het toezicht als de interventie is geregeld, is het volgens hem mogelijk „om de interactie tussen banken en overheden door te snijden”. Het doel van de regeling is onder meer dat eventuele financiële problemen van banken niet meer op de staatsbegroting drukken.

Volgens de eveneens Amsterdamse econoom Sweder van Wijnbergen waren de besluiten ‘onvermijdelijk’. „Ze hebben het in Spanje op een andere manier geprobeerd, maar dat werkte niet. Als banken via leningen aan de overheid worden geherkapitaliseerd, loopt het begrotingstekort te sterk op”.

Ook voor Van Wijnbergen is het instellen van een effectieve toezichthouder van het grootste belang. „Het moet niet gewoon een paralelle toezichtslaag worden met een blanco cheque”. Het zal volgens hem wel enige tijd duren voordat er daadwerkelijk een toezichthouder is opgetuigd. De Europese Centrale Bank is namelijk niet als toezichthouder opgezet, maar moet op den duur wel deze rol op zich nemen.

Interventie moet ook „duur en onaangenaam” worden gemaakt, vindt Van Wijbergen. Dat het ESM gebruikt zal worden om leningen aan banken te verstrekken is niet verkeerd, denkt hij. „Het is goed dat dit buiten het ECB om plaatsvindt.”