Halliburton profiteert meer van Irak dan gedacht
Het voormalige bedrijf van de Amerikaanse vice–president Dick Cheney, Halliburton, verdient nog veel meer dan eerder werd aangenomen aan de Amerikaanse operaties in Irak. De Texaanse firma zou al voor een slordige 1,7 miljard dollar aan opdrachten in de wacht hebben gesleept en krijgt er mogelijk binnenkort voor honderden miljoenen bij, meldde the Washington Post donderdag.
Halliburton en dochterondernemingen nemen in opdracht van de Amerikaanse strijdkrachten veel logistieke zaken in Irak voor hun rekening. De firma bouwt en onderhoudt onder meer militaire bases, verzorgt logistieke steun voor 1200 inlichtingenofficieren die zoeken naar massavernietigingswapens, bezorgt de post en produceert miljoenen warme maaltijden. Verder krijgt het vorstelijk betaald voor het opknappen van olie–installaties.
Voor, tijdens en kort na de invasie in Irak haalde Halliburton ook al lucratieve opdrachten binnen. Het stampte het Amerikaanse basiskamp in Koeweit uit de grond, en toucheerde geld voor de bouw van een basis in Jordanië en kampen voor krijgsgevangenen.
Halliburton weigert commentaar te geven op de cijfers van het Pentagon. Suggesties dat het bedrijf zich schuldig zou maken aan het profiteren van de oorlog wees een woordvoerster van de hand als „een belediging voor alle hardwerkende eervolle Halliburton–werknemers".