In het mbo en hbo schiet de kwaliteit van de certificaten „in de meeste gevallen ernstig tekort”. Examencommissies van opleidingen kunnen daardoor niet goed beoordelen of een student vrijstelling kan krijgen, een diploma verdient of nog bijgespijkerd moet worden.

Op een ervaringscertificaat staan competenties die buiten het onderwijs zijn opgedaan. Mensen die weinig of geen opleiding hebben maar wel veel werkervaring en deskundigheid hebben opgebouwd, kunnen met het certificaat hun ervaring aantonen. Daardoor moet het makkelijker worden alsnog een diploma te halen of om een baan te vinden.

In 2009 concludeerde de Inspectie ook al dat er veel kan en moet worden verbeterd aan de certificaten. Daarop heeft de overheid de regels aangescherpt. Volgens de Inspectie is nu op een aantal punten wel vooruitgang te zien, maar er is toch nog steeds veel aan te merken. Zo worden de competenties niet voldoende onderbouwd en staan de certificaten vaak vol met spel- en grammaticafouten.

Zijlstra noemt de uitkomsten van het onderzoek zorgwekkend. „De kwaliteit van elders verworven competenties en de afgegeven ervaringscertificaten dient onomstreden te zijn”, schrijft hij. De staatssecretaris gaat bekijken welke maatregelen moeten worden genomen. Hij informeert de Kamer daar na de zomer over.