ZGG staat in Gorinchem stil bij halve eeuw zending in Papoea
GORINCHEM – Vijftig jaar nadat de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) startte met het werk in Papoea, zijn er redenen tot zorg over de jonge kerk daar. „Maar er staat iets tegenover”, aldus ds. G. J. N. Moens, voorzitter van het deputaatschap voor de zending van de Gereformeerde Gemeenten, zaterdag bij de opening van de zendingsdag in Gorinchem. „Door de Geest van de Heere gaat het werk door.”
Centraal stond tijdens de zendingsdag, die werd bijgewoond door ruim 3500 mensen, het werk in Papoea. In 1962 zonden de Gereformeerde Gemeenten de eerste zendingswerkers naar dat gebied, dat destijds nog Nederlands Nieuw-Guinea heette. Ds. Moens memoreerde de aanwezigheid van een aantal leden van het destijds vertrokken team. „In ons midden zijn mevrouw Kuijt-Bos, weduwe van zendingspredikant ds. G. Kuijt, de heer Ten Voorde, die toentertijd met zijn vrouw werd uitgezonden, en zuster Sonneveld.”
De predikant mediteerde bij aanvang van de bijeenkomst uit Zacharia 4:1-7. Als uitgangspunt nam hij vers 6b, waaraan het dagthema ”Niet door kracht…” was ontleend. „Het tekstgedeelte leert ons dat de Heere zelf Zijn kerk vergadert, beschermt, bewaart en onderhoudt.”
Ds. Moens, die kort voor de zendingsdag terugkeerde van een tiendaags bezoek aan Papoea, vertelde hoe hij de zondag doorbracht in Pass Valley. „Als je op de vliegstrip staat zie je rondom de bergen en hoort een waterval naar beneden klateren. Maar ook luidt de klok. De roep klinkt: kom, kom. Je ziet mensen uit de huisjes komen die zich onder het Woord van de Heere zetten.”
In de dienst ging een predikant voor die afkomstig was uit een andere stam dan de Jali-bevolking in Pass Valley. „Het zou vroeger ondenkbaar zijn geweest dat een Una leiding zou geven aan de Jali’s. De predikant legde het de noodzaak aan het hart om door Gods Geest vernieuwd te worden.” Ds. Moens sprak een ouderling die vertelde over hoe de Heere werkte. „Het deed me denken aan het thema van deze dag: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.”
Vijftig jaar na de aanvang van het zendingswerk in Papoea, zijn er ook teleurstellingen, aldus ds. Moens. „Er is terugval. Tegen de jonge kerk komt moderne heidendom op, occultisme, de invloed van de Westerse cultuur, er zijn zorgen om de relatie tussen christenen en de overheid, over de macht van het geld en over de jeugd.”
Daarover sprak ook Annemieke Vader, voormalig zendeling in Papoea. Via Facebook liet een jonge Papoea aan haar weten er verontrust over te zijn dat de trouw aan de dienst van de Heere verdwijnt. Hij zei: „Het is nodig om na te denken over bekering en geloof, zoals we dat vroeger geleerd hebben. Ik zie zo weinig geestelijk leven in de gemeenten.”
Dwars door de hoogte- en dieptepunten in het zendingswerk is het echter de Heere zelf die mensen opzocht met het Evangelie, aldus mevrouw Vader. „Hij was het die mensen naar Papoea stuurde, Zijn Geest opende de harten van heidenen. Ook in Papoea gebeurde wat in Lukas 15:10 staat, dat er onder de engelen blijdschap is over één zondaar die zich bekeert. ”
Vijftig jaar na de komst van de zending zijn er in Papoea geen stammenoorlogen meer, aldus mevrouw Vader. „Door het toegenomen zelfbewustzijn van de Papoea’s is er echter voortdurend sprake van een machtsstrijd, die ook leidt tot moordpartijen. In plaats van de heidense dansen zijn er moderne dansen gekomen, met daaromheen veel uitspattingen. Er gaan meer jongeren naar school, er is meer geld voor kleding en dergelijke. Maar volle kerken zijn er lang niet overal meer.”
Voor ouders en ambtsdragers in Papoea is het een worsteling om goed deze ontwikkelingen om te gaan, aldus mevrouw Vader. „Ik zie een enorme generatiekloof en een heftige geestelijke strijd. Er ligt een taak voor de kerk in catechese en pastoraat.”
Toch is de zendelinge, die vorig jaar terugkeerde uit Indonesië, niet zonder hoop. „Er zijn ook jongeren die wijzen op het belang van de Bijbelse boodschap.” Ze riep de aanwezigen op tot gebed voor de kerk in Papoea. „Opdat de jonge generatie de Heere leert vrezen.”
Tijdens het ochtendprogramma zendingsdag sprak ds. W. Harinck over de situatie in Nigeria. Hij verving de Nigeriaanse ds. Ebeke, die door visumproblemen niet aanwezig kon zijn.
Oud-zendelingen C. Janse en J. M. Commelin belichtten ’s middags vijftig jaar zendingswerk. Commelin vertelde hoe hij door de Heere was ingewonnen voor de dienst in Zijn Koninkrijk. Hij dacht in het Izi-gebied in Nigeria de eerste zendeling te zijn die er het Woord bracht. „Maar God werkt voor de zendingswerker uit”, zei hij. Een Bijbelvertaler bleek het Nieuwe Testament al in de lokale taal te hebben overgezet. „God werkt, ondanks de zendingswerkers en uit genade door de zendingswerkers.”
De oud-zendeling, die voor de ZGG naar Nigeria, Zuid-Afrika en Guinee actief was, benadrukte hoe zendelingen op ongedachte tegenslagen kunnen stuiten. Eén van de grootste beproevingen is wel het ontstaan van tegenstellingen in zendingsteams, stelde hij. Commelin riep dan ook op tot gebed voor de teams.
De in 1981 als onderwijsdeskundige uitgezonden Janse vertelde over zijn roeping tot het zendingswerk en de tijd die daarna aanbrak. Hij en zijn gezin moesten van 1979 tot 1981 wachten op een visum voor Indonesië. Voor hem werd dan ook de tekst uit Zacharia waarheid, die het thema was voor de zendingsdag dit jaar en ook centraal stond in de uitzenddienst van het zendingsechtpaar.
In de middagbijeenkomst vertelde Petra van Nederpelt een verhaal over Marcos, een straatdiefje uit Ecuador.
De zendingsdag werd besloten door ds. M. Karens, die mediteerde over ”Vernieuwing door de Geest”, naar aanleiding van Openbaringen 21:5 en 6a. Hij benadrukte dat „de zaak van de Koning haast heeft”, maar ook vast ligt in de handen van Christus, die als Koning Zijn kerk regeert. „Hij gaat door, tot de laatste is toegebracht.”