Koor en knielbanken kenmerken 425-jarige Anglicaanse Kerk in Den Haag
De tuinman heeft zojuist kleurige bloemen gepoot in de vorm van de cijfers 425. De Anglicaanse Kerk in Den Haag maakt zich op voor haar jubileum. Zaterdag spreekt de Britse ambassadeur Paul Akwright tijdens de feestelijkheden ter gelegenheid van het 425-jarig bestaan van de gemeente.
De Kerk van St. John & St. Philip in de hofstad heeft op dit moment geen vaste voorganger. Na het vertrek van predikant Tony Roake dit voorjaar is wel een nieuwe predikant beroepen, zegt ”assistant chaplain” (hulppredikant) Roland Price, maar het is niet zeker of hij komt.
Price geeft een rondleiding in het kerkgebouw, dat zo’n 250 zitplaatsen telt en op het eerste gezicht nauwelijks verschilt van een calvinistisch kerkgebouw. Bij nader inzien is de inrichting toch beduidend anders. Dat begint al bij de doopvont, die niet in het liturgisch centrum staat maar een vaste plek heeft bij de ingang van de kerk. Niet de kansel neemt de centrale plaats in maar een tafel met knielbanken. Hier nemen de communicanten elke zondag geknield de tekenen van het avondmaal in ontvangst. De eenvoudige kansel staat aan de zijkant van de kerk, terwijl zich aan de andere zijde een lessenaar bevindt, die gebruikt wordt voor het lezen uit de Bijbel.
En dan zijn er voor in de kerk de plek voor het koor. Price wordt lyrisch als hij het over het koor heeft, waaraan zowel zangers als instrumentalisten van naam verbonden zijn. Begeleiding van de liederen –psalmen en gezangen– heeft afwisselend plaats op een orgel of een piano, al naar gelang de soort muziek.
Kruis
In het gebouw is geen kruis te zien. „Dat is er wel” verklaart Price, „maar het bevindt zich doordeweeks achter slot en grendel.” Even later blijkt waarom: er zitten nogal wat edelstenen op. Eigentijds zijn twee schermen waarop tijdens de diensten teksten en beelden kunnen worden geprojecteerd.
Midden in de kerk, langs het middenpad, staan drie metershoge houten staven met koperen symbolen erop: een kruis, een bisschopsmijter en een kroon. „Die zijn van de ”warden”, de kerkrentmeesters”, verklaart Price. „Als de bisschop op bezoek komt gebruiken zij die staven als teken van hun waardigheid.”
Price maakt duidelijk dat de kerk in Den Haag valt onder ”bishop Europe”, die gaat over alle anglicaanse kerken in Europa, zowel die in Moskou als in Athene, Parijs, Brussel en Den Haag en vele andere plaatsen. De bisschop woont in Londen, maar de bisschoppelijke kathedraal staat in Gibraltar.
Trouw
Price is gewijd door de bisschop. Bij zijn wijding heeft hij trouw beloofd aan de bisschop en aan de Queen, de Engelse koningin, het hoofd van de Anglicaanse Kerk. Dit betekent dat de bisschop hem zou kunnen ontslaan als Price in de kerk meningen zou verkondigen die niet in overeenstemming zijn met de leer van de kerk. Dankzij de wijding mag Price ’s zondags het avondmaal bedienen en daarbij voorgaan in een witte ”robe” met een stola in de kleur van het kerkelijk jaar van dat moment – nu groen.
Het is een voortdurende zorg van de ”assistant chaplain” om de verschillende groepen in de gemeente recht te doen. Elke zondag zijn er vier diensten. In de eerste, die om 8.30 uur begint, wordt er niet gezongen; deze dienst is vooral geschikt voor mensen die de stilte zoeken. Hij trekt ongeveer 25 bezoekers. De dienst daarna, waar gemiddeld 40 mensen op af komen, is speciaal bedoeld voor gezinnen. De hoofddienst met een hoogkerkelijk karakter en een strikte liturgie, en waarin ook het koor optreedt, begint om 11.30 uur. Hierbij zijn gemiddeld zo’n 170 mensen aanwezig. Later op de middag is er een meer eigentijdse en informele dienst, vooral gericht op jongeren. Onder hen bevinden zich onder meer Engelse studenten van de hotelschool en van het conservatorium.
Daarnaast zijn er Choral Evensongs, waarin het koor zingt, en genezingsdiensten. Price: „We willen er zijn voor alle Engelssprekenden in Den Haag, of ze nu hoogkerkelijk denken of niet, en hebben daarom een breed aanbod aan bijeenkomsten. We zijn verplicht hen allen te dienen. Nee, de bisschop vindt onze werkwijze geen probleem.”
Delen met anderen
Price ziet het als een uitdaging om de verschillende groepen met elkaar te verbinden. Vol trots loopt hij naar de kelderruimte onder de kerk, waar kerkgangers elke zondag samen koffiedrinken en elkaar ontmoeten. Het liefst zou Price zien dat er nog meer Engelssprekende mensen uit Den Haag zouden komen. Zijn droom is dat de Anglicaanse Kerk meer naar buiten treedt. „Ik hoop dat de kerk haar verantwoordelijkheid neemt om mensen toe te rusten voor het werk van God om het goede nieuws van het Evangelie van Jezus Christus te delen met vele anderen in deze stad.” Hij hoopt dat de nieuwe predikant, als hij komt, ook voelt voor zijn plannen, zodat ze concreet gemaakt kunnen worden.
Zorg heeft Price over het langzaam afnemende kerkbezoek: enkele tientallen mensen minder in een jaar of vijf. Dat wordt niet alleen veroorzaakt door de secularisatie, maar ook doordat grote bedrijven minder Engelse medewerkers in dienst hebben, zegt hij. „Het kost de kerk grote moeite om financieel rond te komen.”
Price is echter niet pessimistisch. „Jezus Christus is mijn Redder en Heer Die voor mij aan het kruis stierf, is opgestaan en eenmaal zal terugkomen. Dat is mijn hoop voor de toekomst. Ik hoop dat deze kerk die boodschap mag blijven uitdragen.”
De Anglicaanse Kerk
De Anglicaanse Kerk is in 1534 gesticht door de Engelse koning Hendrik VIII, die er zelf het hoofd van werd. Nog steeds is het Engelse staatshoofd, nu koningin Elizabeth II, het hoofd van de Anglicaanse Kerk.
Nederland telt momenteel twaalf anglicaanse kerken met in totaal zo’n 30.000 leden, waarvan wekelijks zo’n 10 procent naar de kerk gaat. Plaatselijke kerken zijn er onder meer in Amsterdam, Haarlem, Voorschoten, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Maastricht, Zwolle, Groningen en Vlissingen.
De gemeente St. John & St. Philip in Den Haag, die 425 jaar bestaat, is de oudste Anglicaanse Kerk in ons land. Haar geschiedenis gaat terug tot het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Toen Willem van Oranje in 1584 vermoord werd, zochten de leiders van het verzet tegen Spanje hulp van buitenaf. Ze boden de Engelse koningin Elizabeth I de soevereiniteit over ons land aan. Zij weigerde maar zond Robert Dudley, graaf van Leicester, als gouverneur-generaal naar de Nederlanden. In 1586 lieten gezaghebbers van Den Haag voor de Engelse soldaten, diplomaten en kooplieden die de graaf vergezelden een kapel bouwen aan het Noordeinde. Sindsdien is er een Engelse (nu Anglicaanse) Kerk in Den Haag. Leicester is spoedig onverrichter zake naar zijn land teruggekeerd, maar de kerk is gebleven. Koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary Stuart gingen hier in de zeventiende eeuw naar de kerk.
De kapel aan het Noordeinde bleef in gebruik tot 1822, toen hij op bevel van koning Willem I werd gesloten. Het staatshoofd vond het niet nodig dat de staat betaalde voor een kerk terwijl de kerkgangers Nederlandse diensten konden bezoeken. Daarna hadden de anglicanen in Nederland enkele tientallen jaren geen eigen kerkgebouw; men hield diensten in onder meer de Engelse ambassade.
In 1872 kocht John Abraham Tinne (1807-1884) land voor de bouw van een nieuwe kerk in het Bezuidenhout. Het kerkgebouw werd in 1873 ingewijd door de bisschop van Nottingham, die het de naam St. John & St. Philip gaf, naar de vader en de grootvader van Tinne.
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, op 3 maart 1945, voerde de Britse luchtmacht (RAF) een aanval uit op het Haagse Bos om de lanceerplaatsen van Duitse V2’s te bestoken. Per ongeluk vielen er bommen op de wijk Bezuidenhout, waarbij 520 mensen de dood vonden en de Anglicaanse Kerk werd verwoest.
Het huidige kerkgebouw aan de Ary van der Spuyweg dateert uit 1952. De klok die de gemeente op zondag naar de kerk roept, is de originele klok van het eerste kerkgebouw.
Van donderdag tot en met zondag wordt er met verschillende activiteiten stilgestaan bij het 425-jarig jubileum.