„Opkopen obligaties put noodfonds uit”
AMSTERDAM (ANP) – In de aanloop naar de Europese top van volgende week loopt de strijd om de inzet van de Europese noodfondsen hoog op. Spanje en Italië dringen erop aan de fondsen obligaties te laten kopen, zodat hun torenhoge rentes kunnen dalen en vinden daarbij Frankrijk aan hun zijde. Duitsland ziet hier echter niets in.
Donderdag schaarde het Franse bestuurslid van de Europese Centrale Bank (ECB), Benoit Coeuré, zich achter de oproep van de Italiaanse premier Mario Monti om de noodfondsen in te zetten tegen de overspannen markten. Volgens hem is het „een mysterie” waarom dit nog niet is gebeurd, terwijl de noodfondsen hier volgens alle verdragen wel voor kunnen worden gebruikt.
Coeuré deed die uitspraken op instructies van de Franse president François Hollande, vermoedt hoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger. „Hij sprak zeker niet namens de hele ECB. Het ECB-bestuur is hierover sterk verdeeld. De noordelijke landen zien dit helemaal niet zitten.”
Die weerstand is volgens Eijffinger terecht. „De aankopen zouden de fondsen in hoog tempo uitputten. Italië, Frankrijk en Spanje zijn daar ook op uit, omdat de weg zo wordt vrijgemaakt voor de invoering van eurobonds of het verlenen van een bankvergunning aan het noodfonds, zodat het geld kan lenen bij de ECB.”
De noordelijke landen zijn hier sterk op tegen. Zij vrezen voor het verlies van hun hoge kredietwaarderingen, waardoor hun rentekosten zouden oplopen. In de richtingenstrijd krijgt het noorden het echter steeds moeilijker, doordat Nederland compleet afwezig is in het debat, vindt Eijffinger. „Duitsland staat er alleen voor. Rutte heeft geen Europese strategie en maakt zich vooral druk om Wilders en de verkiezingen. Nederland lag eerst de hele tijd dwars en is nu onzichtbaar in Brussel.”
De enige oplossing voor de aanhoudende schuldencrisis is volgens Eijffinger een drastische verhoging van de noodfondsen. Het tijdelijke EFSF en het permanente ESM dat in juli wordt gelanceerd, beschikken samen over ongeveer 750 miljard euro. Dat bedrag moet volgens de Tilburgse econoom zeker naar 1200 tot 1500 miljard euro, zodat het voor iedereen duidelijk is dat de pot groot genoeg is om Italië en Spanje een behoorlijke tijd uit de wind te houden.
„Met dat bedrag kun je in de financieringsbehoefte van Spanje en Italië voorzien en sla je elke speculatieve aanval bij voorbaat af”, stelt de Tilburgse econoom. „Als het fonds maar groot genoeg is, dan hoef je het nooit te gebruiken.”