Cultureel cynisme na aardbevingen in Noord-Italië
Bij de recente aardbevingen in Noord-Italië zijn honderden kerken en andere historische gebouwen beschadigd geraakt. Om erger te voorkomen zijn enkele kerktorens preventief neergehaald. Een te gemakkelijke oplossing die getuigt van „cultureel cynisme”, meent de Italiaanse cultuurvereniging Italia Nostra.
Op 1 juni 1902 werd de eerste steen gelegd van de kerk van de Heilige Aartsengel Michael in Poggio Renatico, op 40 kilometer afstand van Bologna. De basiliek in baksteen werd een paar jaar later opgeleverd met ruime absiskapellen en een volumineuze klokkentoren. Vrijwel op de kop af 110 jaar later –op 4 juni 2012– zakte de klokkentoren ineen. Alleen een hoop puin bleef over.
De koepel van de kerk en de klokkentoren hadden schade opgelopen tijdens de aardbevingen van 20 en 29 mei – de respectievelijke epicentra lagen op 21 en 43 kilometer afstand van Poggio Renatico in de regio Emilia-Romagna. Met name de klokkentoren had het zwaar te verduren gehad. Er waren aan alle kanten breuklijnen zichtbaar.
De burgerbescherming besloot de wankele toren een laatste zetje te geven. Daarvoor werden 120 microdynamietstaven aangebracht; toen die tot ontploffingkwamen zakte de toren ineen. Een minuscuul persbericht –welgeteld twee regels– van het ministerie van Cultuur maakt gewag van deze afbraak.
Er stond overigens ook een positieve mededeling in. „Het kruis dat op de top van de klokkentoren stond is na de afbraak vrijwel compleet intact teruggevonden.”
Moedwillig
De klokkentoren van Poggio Renatico is de niet enige die in de nasleep van de aardbevingen, die in totaal 27 mensen het leven kostten, moedwillig is geveld. Ook andere beschadigde kerktorens werden daarbij een handje geholpen, zoals die van de parochie van Bondanello in de gemeente Moglia. Een naschok van 4,2 op de schaal van Richter vorige week dinsdag zorgde ervoor dat de toren inderhaast in opdracht van de autoriteiten werd afgebroken.
Dit slopen van cultureel erfgoed had vrijwel onopmerkzaam plaats totdat afgelopen week Italia Nostra (Ons Italië) op de rem trapte. Volgens deze onafhankelijke vereniging, die streeft naar het behoud van natuur en cultureel erfgoed, worden oude gebouwen onnodig afgebroken. „De veiligheid van de burgers hoeft niet in het gevaar te komen, als de beschadigde monumenten maar worden versterkt. Afbreken is vrijwel nooit noodzakelijk,” zegt Elio Garzillo, een voormalige directeur van het ministerie van Cultuur. Hij haalt een voorbeeld uit het verleden aan. „Bij een aardbeving in de buurt van Reggio Emilia in 1996 zijn we in actie gekomen om zwaar beschadigde torens met kettingen, balken en lijmen te versterken. Deze versterkingswerken en de daaropvolgende restauratie zijn allemaal nauwkeurig gedocumenteerd. Men hoeft alleen maar in het archief te kijken om erachter te komen hoe dit moet worden aangepakt.”
Beveiliging
Het probleem is volgens Italia Nostra dat bij calamiteiten de burgerbescherming, die direct onder de ministerraad valt, het voor het zeggen heeft. Haar invloed is de laatste jaren alleen maar toegenomen. „Maar burgerbescherming is een administratieve en uitvoerende tak. De medewerkers hebben geen technische kennis van oude gebouwen”, meent Pierluigi Cervellati, een restauratiearchitect die voor Italia Nostra werkt. „Bij calamiteiten zijn ook experts nodig op het gebied van de historische statica (de statica houdt zich bezig met het evenwicht van voorwerpen of structuren die onderhevig zijn aan krachten, EK) en andere specialiteiten.”
De organisatie heeft kritiek op het ministerie van Cultuur, omdat dat te weinig tegengas heeft gegeven bij de recente gevallen van afbraak.
Wat het lot zal zijn van andere kerken en kerktorens die op instorten staan is nog onduidelijk. Er is veel schade, niet alleen aan religieus erfgoed, maar ook aan paleizen, oude industriële complexen en andere monumenten. Een aantal fabrieksschoorstenen is bijvoorbeeld moedwillig omvergehaald. „Er is een schoorsteen in Bologna opgeblazen terwijl dit industriële monument geen risico vormde voor de omgeving. De eigenaren van de grond hebben de aardbeving als excuus aangegrepen om van dat ding af te komen. Het is een schandaal”, zegt Cervellati.
Etnische zuivering
Italia Nostra is vooral boos omdat door zakelijke belangen, onverschilligheid en wellicht de angst om verantwoordelijkheid te nemen zo gemakkelijk afscheid wordt genomen van cultuurschatten. Cervellati spreekt in dit verband van „cultureel cynisme” en Garzillo zelfs van „etnische zuivering.” „De overheid bekommert zich nauwelijks om een historische kern die door een aardbeving is getroffen. Kijk maar wat met L’Aquila is gebeurd. (Deze historische stad, die in 2009 zwaar werd getroffen, door een aardbeving is verworden tot spookstad, EK.) Alles wordt in het werk gesteld om de bewoners een alternatief onderkomen te bezorgen, vaak in zogenaamde New Towns”, vertelt Cervellati. „De bewoners komen echter nooit meer terug op de oude plek, die daardoor doodbloedt. Ook de gemeenschap zelf verdwijnt, omdat de overlevenden worden verspreid en sociale banden worden doorgesneden.”
De Rooms-Katholieke Kerk stelt zich in deze kwestie terughoudend op. Wat meespeelt is dat de meeste kerken in Italië staatsbezit zijn (de kerk heeft het altijddurende gebruiksrecht), maar ook dat de kerk kennelijk vooral naar de economische nood kijkt. Sinds de grote aardbeving in Noord-Italiaanse Friuli in 1976 (er vielen toen 989 doden) is het motto: eerst de fabrieken herbouwen, dan de woningen en de in historisch opzicht interessante kerken (met het oog op het toerisme) en dan de rest van het cultuurbezit.
Miljarden
De aardbevingen van afgelopen mei in Emilia-Romagna hebben ten minste 305 kerken beschadigd, zo lieten begin deze maand drie betrokken bisdommen weten. Een paar dagen later kwam bisdom Rovigo nog met zijn schaderapport: twintig parochiekerken die niet meer te gebruiken zijn.
Van de beschadigde kerken zijn er 56 gedeeltelijk of geheel ingestort, zoals de San Martinokerk in Buonacompra. De bovenzijde van de rode façade is verdwenen, evenals het dak. De klokkentoren bij de kerk werd een paar dagen na de beving van 20 mei gesloopt. De schade aan het kerkelijk bezit loopt in de miljarden euro’s.
In vergelijking met eerdere aardbevingen vallen de cijfers nog mee. Bij de aardbeving in Umbrië in 1997 werden in totaal 1500 kerken beschadigd, waaronder de Sint-Franciscusbasiliek in Assisi.