Hamas koerst op confrontatie aan
JERUZALEM/GAZA – Het zuiden van Israël ligt opnieuw onder vuur. Dat is op zichzelf niets nieuws. Het verschil is echter dat de Palestijnse Hamasbeweging voor het eerst sinds maanden de verantwoordelijkheid voor de aanvallen neemt.
De Joodse dorpen en steden in de buurt van de Gazastrook hebben een lange geschiedenis van Palestijnse raketbeschietingen achter de rug. Voor de Gazaoorlog (eind 2008, begin 2009) werd het westelijke deel van de Negevwoestijn vrijwel dagelijks door projectielen getroffen. Bewoners brachten soms dagen achtereen in de schuilkelder door.
Na de oorlog nam het geweld aanzienlijk af. Afgelopen voorjaar laaiden de beschietingen echter weer op. De raketten en mortiergranaten werden toen voornamelijk door Palestijnse splintergroeperingen afgevuurd.
De beschietingen van de afgelopen dagen werden echter door strijders van Hamas uitgevoerd. De radicale beweging –en de facto machthebber in de Gazastrook– had tot nu toe voornamelijk afstand genomen van Palestijnse aanvallen op Joodse doelen.
Door de kennelijke koerswijziging van Hamas dreigt de situatie rond de Gazastrook opnieuw te escaleren. Israëlische gevechtsvliegtuigen voerden de afgelopen dagen al diverse vergeldingsaanvallen uit, maar minister van Defensie Ehud Barak liet vanmorgen weten dat hij zich op een „fors antwoord” beraadt.
De grote vraag is waarom Hamas juist nu de confrontatie met Israël zoekt. Militair gezien weet de beweging dat het tegen het Israëlische leger geen enkele kans maakt. Daar staat tegenover dat Hamas volgens Israëlische inlichtingenbronnen inmiddels over een behoorlijk arsenaal middellangeafstandsraketten beschikt die dichtbevolkte gebieden zoals Tel Aviv kunnen bereiken. Daarmee zou Hamas grote aantallen slachtoffers kunnen maken.
Voor de recente escalatie zijn diverse oorzaken aan te wijzen. In de eerste plaats wordt de situatie aan de zuidgrens van Israël steeds onrustiger. Terroristen voerden afgelopen maandag vanuit Egypte nog een aanval op Israëlische arbeiders uit. Daarbij viel een dode aan Israëlische kant.
En meer in het algemeen vreest Israël voor een in toenemende mate vijandige houding van Egypte, nu de radicaalislamitische moslimbroederschap de presidentsverkiezingen lijkt te hebben gewonnen. In de straten van Caïro klinkt openlijk de roep om het vredesverdrag met de Joodse staat op te zeggen.
Verder is het mogelijk dat Iran achter de jongste Palestijnse beschietingen op het zuiden van Israël zit. De afgelopen jaren zijn de banden tussen Teheran en Hamas flink aangehaald. De Palestijnen zouden inmiddels over een forse voorraad Iraans wapentuig beschikken.
Iran zou een gewelddadige escalatie van het conflict tussen Israël en de Palestijnen kunnen gebruiken om de aandacht van de internationale gemeenschap af te leiden. Zeker nu vanmorgen bekend werd dat de jongste besprekingen over het omstreden Iraanse atoomprogramma zijn mislukt en de kans op een Israëlische aanval op de Iraanse nucleaire installaties is toegenomen.
Overigens vormt een Israëlische aanval niet de enige bedreiging van het Iraanse kernprogramma. Dinsdag meldde het Amerikaanse dagblad The Washington Post dat de Verenigde Staten en Israël achter het supervirus Flame, dat aanvallen uitvoert op computers in onder meer Iran, zitten. De betrokkenheid van beide landen werd al vermoed, maar is nu ook door deskundigen en anonieme functionarissen bevestigd.
De grootscheepse cyberaanval zou het werk zijn van de National Security Agency (NSA), de CIA en het Israëlische leger. Vorige week liet het Russische computerbeveiligingsbedrijf Kaspersky Lab weten dat er belangrijke overeenkomsten bestaan tussen Flame en Stuxnet, een virus dat in 2010 een Iraanse uraniumverrijkingscentrale saboteerde.