Buitenland

Religieus geweld dreigt in India na aanslagen

Nadat maandag minstens vijftig mensen omkwamen door twee autobommen in de westelijke stad Bombay, de financiële hoofdstad van India, doen de autoriteiten er alles aan om te voorkomen dat er rellen uitbreken tussen moslims en hindoes. Dat scenario heeft zich in het verleden meermaals afgespeeld na bomaanslagen. Maar de regerende hindoe-nationalistische partij BJP neemt geen blad voor de mond tegenover de moslimminderheid.

IPS
27 August 2003 08:24Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

Het is nog steeds niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de aanslagen. Buurland Pakistan, dat gewoonlijk de schuld krijgt wanneer er een aanslag plaatsheeft in India, veroordeelde de aanslagen snel als „daden van terrorisme.” De Indiase premier Atal Bihari Vajpayee wees deze keer niet naar het noorden, een teken dat India de vredesbesprekingen die sinds april aan de gang zijn met Pakistan niet in het gedrang wil brengen. Het contrast met december 2001, toen er een aanval plaatshad tegen het parlement van India, is opvallend groot. Toen reageerde New Delhi door troepen naar de grens met Pakistan te sturen, wat een nucleaire oorlog erg dichtbij bracht.

De naschokken van deze aanslag blijven binnen de grenzen van India, maar zijn daarom niet minder gevaarlijk. In de staat Maharashtra, waarvan Bombay de hoofdstad is, voert de politie nu patrouilles uit in „gevoelige wijken” waar moslims en hindoes op gespannen voet leven. In deelstaten met grote moslimpopulaties, zoals het belendende Gujarat, West-Bengalen en de noordelijke staten Haryana en Delhi, werden stringente veiligheidsmaatregelen afgekondigd. De politie voert er nu controles uit op auto’s. Moslims maken 20 procent uit van de 1 miljard inwoners van India.

De ontploffingen van maandag doen velen denken aan 1993, toen zich vanuit Bombay een golf van religieus geweld verspreidde. Een reeks aanslagen, waarbij minstens 260 mensen omkwamen, was het moslimantwoord op de vernieling van de 16e-eeuwse Babri Masjid-moskee in de stad Ayodhya in de deelstaat Uttar Pradesh. Een spiraal van wraak en wederwraak volgde en ten minste 2000 mensen kwamen om.

De tempel was vorig jaar opnieuw aanleiding voor godsdienstrellen in de westelijke deelstaat Gujarat, die het leven kostten aan zo’n 1000 mensen. Recente sabotagedaden in Bombay, zoals de bomaanslag in maart op een trein in de buitenwijken die het leven kostte aan twaalf mensen, werden toegeschreven aan moslims die wraak wilden nemen voor de pogrom in Gujarat.

De Babri Masjid speelt nu opnieuw een belangrijke rol. De explosies vielen samen met een archeologisch rapport over de controversiële tempelkwestie. Een archeologische commissie onderzocht de aanspraken van de hindoefundamentalisten, die beweren dat er op de voor hen heilige plek een hindoetempel stond voordat de moskee er was. Die tempel zou de plaats aanduiden waar volgens hindoes de godheid Ram 10.000 jaar geleden geboren is.

In het rapport dat die commissie dinsdag uitbracht, staat dat er inderdaad een oudere constructie onder de moskee is gevonden. Het zou gaan om fundamenten die dateren uit de tiende eeuw. Maar er kan niet met zekerheid worden gezegd of dit een tempel was.

De Indiase autoriteiten beklemtoonden dinsdag dat er geen enkele aanwijzing was voor een verband tussen de aanslagen en het rapport. Maar het feit dat de tempelkwestie opspeelt op een moment van politieke spanning voorspelt weinig goeds. De hindoe-nationalistische Bharatiya Janata Partij (BJP) zag maandag geen reden om de tempelkwestie te laten rusten. „Het rapport bewijst wat wij altijd gezegd hebben: dat er een tempel bestond op de plek. De moslimorganisaties moeten nu positief denken over het thema en het initiatief nemen voor een dialoog met de hindoeleiders”, zei BJP-woordvoerder Mukhtar Abbas.

De BJP ziet nu geen reden meer om nog langer te wachten met de bouw van een hindoetempel op de plaats van de vernielde moskee. Het hooggerechtshof van Uttar Pradesh echter, dat het onderzoek had bevolen, wil zich nog niet uitspreken over de grond van de zaak. De vraag die uiteindelijk beantwoord moet worden, is niet of Ram daar geboren is maar welke godsdienst aanspraak kan maken op de plek. Het hooggerechtshof heeft het rapport doorgespeeld aan onafhankelijke experts en aan beide partijen. Die hebben zes weken gekregen om het te bestuderen en er hun commentaren op te leveren.

Voor de BJP staat de bouw van de hindoetempel gelijk met een essentiële verkiezingsbelofte. Volgend jaar vinden in India algemene verkiezingen plaats en de BJP heeft dringend een opkikker nodig om haar electorale afkalving te stoppen. Hindoeleiders als Vinay Katiyar en Pravin Togadia hebben al gezworen dat ze ook andere historische sites die door moslimveroveraars gebouwd zijn zouden ’bevrijden’, met name in de steden Mathura en Varanasi.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer