Veel doden in Bombay na aanslagen
Het dodental van de bomaanslagen in de Indiase metropool Bombay is de afgelopen nacht opgelopen tot vijftig. Dat heeft de minister van Binnenlandse Zaken van de Indiase deelstaat Maharashtra bekendgemaakt.
Volgens de bewindsman kan het aantal slachtoffers nog verder oplopen, omdat een aantal gewonden in kritieke toestand in ziekenhuizen ligt.
Maandag ontploften vlak na elkaar twee bommen in de commerciële hoofdstad van India. Eén bom ontplofte op de Zaveri Bazaar, een drukke markt met juwelierszaken, de andere bij de Gateway of India, een toeristische attractie die uit de Britse koloniale tijd dateert. De bommen waren volgens de politie in twee taxi’s in de kofferbak verstopt en ontploften met een tussenpoos van twee uur. Eén taxichauffeur werd ondervraagd.
„Ik heb nooit zoiets verschrikkelijks gezien”, zei S. Manoj, een arts van het ziekenhuis waar lichaamsdelen en verbrande lijken werden binnengebracht. Manoj zei dat er ook veel slachtoffers met meervoudige botbreuken waren, die in de paniek na de explosies onder de voet waren gelopen. De politie heeft in Bombay en New Delhi alle verloven ingetrokken om eventuele onrust in de kiem te kunnen smoren.
Niemand heeft de verantwoordelijkheid voor de aanslagen opgeëist, maar een Indiase politiecommissaris wees, zij het in bedekte bewoordingen, meteen met een beschuldigende vinger naar aartsrivaal Pakistan. „Er zijn hier veel jihadgroepen (van moslimextremisten) actief, gestuurd door het vijandige land”, zei politiecommissaris Ranjit Sharma. Hij noemde bovendien twee verboden Indiase moslimbewegingen die in Kasjmir voor afscheiding vechten tegen het Indiase leger als mogelijke verantwoordelijken voor de aanslagen.
Pakistan, dat er door de Indiase regering vaak van wordt beschuldigd steun te geven aan de moslimextremisten, veroordeelde de aanslagen meteen. „We verwerpen deze aanslagen en leven mee met de slachtoffers en hun familieleden”, zei de Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken, Masood Khan. „Ik denk dat dit buitensporig geweld tegen burgers in alle mogelijke bewoordingen veroordeeld moet worden.”
De aanslagen kunnen ook iets te maken hebben met het verschijnen van een archeologisch rapport over een religieuze twistappel in Ayodhya in het noorden van India. Moslimextremisten hebben vaker aanslagen gepleegd uit wraak voor de verwoesting van een zestiende-eeuwse moskee door hindoenationalisten in Ayodhya in 1992.
De nationalisten vernielden de moskee omdat die boven op de resten van een tempel op de geboorteplaats van de hindoegod Rama zou zijn gebouwd. In maart kwamen bij een vergeldingsaanslag op een trein in Bombay elf mensen om het leven. Tien jaar eerder vonden bij een serie bomaanslagen in Bombay meer dan 250 mensen de dood.
Volgens betrokken juristen, de enigen die het onderzoeksrapport mogen inzien, concluderen de archeologen dat zich onder de resten van de moskee wel funderingen van een ouder gebouw bevinden, maar dat het onduidelijk is of dat een tempel was. Hindoes willen op de plek een nieuwe tempel bouwen, moslims eisen de grond terug om er weer een nieuwe moskee op te richten.
Toch is het maar de vraag of een van de vele conflicten tussen moslims en hindoes het motief voor de aanslag heeft gevormd. Vooral de bom bij de Gateway of India heeft veel slachtoffers geëist onder hindoes én moslims. Premier Sushil Kumar Shinde van Maharashtra, de staat waar Bombay in ligt, stelde dat de aanslagen waren gericht tegen de economie van de stad, omdat de juweliersmarkt en een toeristische attractie doelwit waren.