„Wie spaart voor eigen zorg, moet wel kunnen kiezen”
GOUDA – Nederlanders moeten zich eerder en beter voorbereiden op de zorg die ze in de laatste levensjaren denken nodig te hebben en hoe ze die denken te financieren, stelt de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). „We moeten regelen dat ouderen hun eigen zorg kunnen inkopen.”
Het RVZ-rapport ”Redzaam ouder” schetst een pessimistisch beeld van de staat van de ouderenzorg in Nederland. Te veel hulpbehoevende ouderen zijn aangewezen op de relatief dure zorg van verpleeg- en verzorgingshuizen die weinig ruimte hebben om in te spelen op individuele wensen. De mogelijkheden om hulpbehoevende ouderen die dat willen thuis te verzorgen, worden onvoldoende benut, schetst de raad.
„Ik denk dat dit beeld in grote lijnen klopt”, reageert zorgondernemer Annemieke Bambach. Ze is algemeen directeur van De Drie Notenboomen BV, een in Gouda gevestigde bedenker van onder meer de zorgformule Herbergier. Elke Herbergiervestiging biedt een kleinschalig thuis aan circa zestien ouderen met geheugenproblemen als gevolg van bijvoorbeeld Alzheimer.
In ”Redzaam ouder” wordt de Herbergier genoemd als een van de praktijkvoorbeelden die navolging verdienen. Hoe werkt de formule? Bambach: „De BV huurt een geschikt pand bij een sociale woningcorporatie. Dat koppelen we vervolgens aan onze franchiseovereenkomst met het duo zorgondernemers, altijd een (echt)paar, dat de verschillende locaties runt. Momenteel zijn het er 23, 8 zijn er in voorbereiding. In 2016 hopen we met 60 vestigingen actief te zin. Mijn inzet is zestig Herbergiers, voor mensen uit de buurt.
Wat we met de Herbergier doen, zit tussen instellingszorg en thuiszorg in. De zorgondernemers bieden woonruimte, onderhoud, service en natuurlijk zorg. Een verblijf in een Herbergier kost, afhankelijk van de woonruimte, tussen de 950 en de 2200 euro per maand. Alle bewoners betalen hun zorgkosten met behulp van een persoonsgebonden budget. Doordat we het kleinschalig houden, zijn de overheadkosten laag. Hierdoor kunnen wij veel personeel op de werkvloer inzetten.”
In de locatie in Delft is het volgende concept, Herbergier Thuis, al in ontwikkeling. Bambach: „We gaan mensen met dementie ondersteunen in het vullen van hun agenda. Daardoor kunnen ze zo lang mogelijk actief blijven in hun eigen vertrouwde omgeving. Herbergier Thuis heeft ook een vaste locatie, waar het mogelijk is om maaltijden te gebruiken en aan activiteiten deel te nemen. Of te logeren, zodat mantelzorgers ontlast kunnen worden.”
Bambachs moeder woont in een van de huizen van de Herbergier. „Nadat ze een indicatie had gekregen voor permanent verblijf in een instelling heeft ze, met behulp van mantelzorg en thuiszorg, nog twee jaar thuis kunnen wonen. Op een gegeven moment loop je tegen je grenzen aan en komt de instellingszorg alsnog in beeld.”
Herkent Bambach de conclusie van de raad dat verpleeg- en verzorgingshuizen onvoldoende maatwerk kunnen bieden? Bambach: „Ja, maar het is de vraag wie je dat moet verwijten. We kennen in Nederland geen systeem van eigen betalingen. Als je in een instelling belandt, wordt er wel een heel stuk van je inkomen afgeroomd via het Centraal Administratie Kantoor, maar het is niet zo dat ouderen met hun inkomen rechtstreeks zorg inkopen. De eigen bijdragen die worden ingehouden, komen op de grote hoop, de zorgkantoren verdelen het AWBZ-geld en moeten in elke regio voldoende bedden inkopen bij verpleeg- en verzorgingshuizen en dan heb je het wel zo’n beetje gehad.”
Nederland moet de financieringssystematiek aanpassen, zodanig dat mensen die zeggen: Ik heb later wat over voor mijn eigen bejaardenzorg en ik ben bereid daar nu geld voor opzij te zetten straks ook echt wat te kiezen hebben, betoogt Bambach. „En de overheid moet haar voornemen om de administratieve lastendruk in de zorg te verlichten ook echt in praktijk brengen. Neem de zorgzwaartepakketten, enkele jaren geleden ingevoerd om de financiële verantwoording door instellingen voor ouderenzorg te vereenvoudigen. Laatst bladerde ik uit nieuwsgierigheid eens door de lijst zorgzwaartepakketten heen. De eerste twee pagina’s kon ik nog volgen, maar dan begint er een lijst opslagen en uitzonderingen van jewelste. ”Toeslag transitie amputatie” kwam ik ergens tegen. Erg doorzichtig, inderdaad.”
”Redzaam ouder” mag de Herbergier dan ten voorbeeld stellen, is het ook realistisch om te verwachten dat de formule navolging krijgt? Bambach: „Ja, wat ons betreft wel.”