Milosevic ontkent schuld aan politieke moorden
Slobodan Milosevic ontkent in een zondag gepubliceerde brief dat hij banden heeft met de maffiabende die de Servische premier Zoran Djindjic heeft vermoord. Milosevic zegt ook niets te maken te hebben gehad met de moord op zijn politieke rivaal Ivan Stambolic in 2000.
„Net als deze Haagse neprechtbank, die een duidelijk fiasco is, zijn deze nieuwste aantijgingen een middel in de oorlog die wordt gevoerd tegen mij, mijn volk en mijn land”, schrijft Milosevic. De handgeschreven brief beslaat zes kantjes en verscheen zondag in diverse Servische kranten.
Voor de moord op Djindjic op 12 maart wordt een maffiabende verantwoordelijk gehouden die nauwe banden had met het regime van Milosevic. Veel bendeleden zijn lid geweest van de Rode Baretten, een paramilitaire eenheid van Milosevic die wreedheden in Kroatië, Bosnië en Kosovo op zijn naam heeft. Milosevic schrijft in de brief dat de inmiddels opgeheven Rode Baretten „een antiterroristische eenheid vormden, zoals alle staten die hebben. Als leden (van de Rode Baretten) een criminele achtergrond hadden, was mij dat niet bekend.”
Milosevic’ erfenis in Servië is een netwerk van criminelen, zakenlieden, politici en delen van het leger, de politie en de geheime dienst dat de pogingen tot hervorming van de huidige regering tegenwerkt om hun zakelijke belangen, opgebouwd onder Milosevic, te beschermen. Een hoge regeringsbron bevestigt dat de voornaamste verdachten van de moord op Djindjic „nauwe banden hadden met sommige leden van de Servische politie en veiligheidsdienst.”
Milosevic wordt er door de Servische regering verder van verdacht opdracht te hebben gegeven voor de moord op Stambolic, Milosevic’ voormalige leermeester, omdat die overwoog zich kandidaat te stellen voor de Joegoslavische presidentsverkiezingen van 2000 om stemmen af te snoepen van Milosevic en zo de oppositie een grotere kans te geven. Onzin, zegt Milosevic. „Stambolic was als politicus al een aantal jaren compleet vergeten, en het verhaal dat hij een bedreiging vormde bij de verkiezingen is een aperte leugen.”
Ook ontkent Milosevic dat hij te maken heeft gehad met de mislukte moordaanslag in 2000 op oppositieleider Vuk Draskovic in diens vakantiehuis aan de Montenegrijnse kust. Die aanslag is door Draskovic zelf in scène gezet, zegt Milosevic. „Zo veel kogels in zo’n kleine ruimte die allemaal missen - zelfs met Draskovic’ acteertalent is dat onmogelijk.”
Servië heeft rechercheurs naar Den Haag gestuurd om Milosevic in zijn cel te verhoren over de aantijgingen, maar hij weigerde te praten als de verhoren niet in het openbaar zouden plaatsvinden. Zijn brief moet worden gezien als Milosevic’ getuigenis in deze zaken, zei zijn medestander en partijgenoot Ivica Dacic.
Het proces tegen Milosevic wordt maandag na een onderbreking van drie weken hervat.