Er sneuvelt altijd een glas tijdens een joodse bruiloft
Hoewel het adres op de trouwkaart duidelijk genoeg is, kost het toch enige moeite om de Rabbi Schustersynagoge te vinden. De sjoel aan het Jacob Obrechtplein in Amsterdam heeft wat architectuur betreft meer weg van een kerk.
Alle mannen die naar binnen gaan moeten een keppeltje op; een souvenir uit Israël komt opeens goed van pas.
De grote zaal van de synagoge blijkt ruim voor aanvang van de huwelijksplechtigheid al met vele honderden genodigden te zijn gevuld. De linkerhelft is voor de vrouwen, de rechterhelft voor de mannen.
Het burgerlijk huwelijk is al op het gemeentehuis voltrokken. Nu volgt de ceremonie in de synagoge, voor orthodoxe joden de feitelijke trouwplechtigheid.
Gelukkig heeft het bruidspaar zich gerealiseerd dat het voor veel aanwezigen misschien wel de eerste keer is dat ze een joodse huwelijksplechtigheid in een synagoge meemaken. Behalve de gebruikelijke ”orde van dienst” die door de synagoge wordt verstrekt, heeft het bruidspaar een toelichting op de gebeurtenissen op papier gezet.
Het bruidspaar brengt de bezoeker op die manier alvast in een feestelijke stemming: „Omdat we het heel erg fijn vinden dat u voor ons hier naar toe bent gekomen, willen wij u graag laten meedelen in dat heel speciale gevoel van vandaag. Daartoe dient onderstaand stukje; om u, als het u interesseert, iets meer te vertellen over de dienst die u zo zal meemaken, en die ons als man en vrouw bij elkaar zal brengen.”
Rachel en Lea
In aanwezigheid van de wederzijdse ouders tekenen voordat de dienst begint in een apart vertrek eerst twee getuigen –de rabbijn en de voorzanger– en de bruidegom het huwelijkscontract. Hierin staat onder andere dat de bruidegom de bruid tot vrouw neemt „volgens de wet van Mozes en Israël”, en dat hij belooft haar te verzorgen en te onderhouden zoals een joodse man zijn vrouw dient te onderhouden.
De bruid hoeft het contract niet te tekenen, voor haar dient het contract als ‘garantie’ dat haar man zijn verplichtingen zal nakomen. Na het tekenen bedekt de bruidegom het gezicht van de bruid met de sluier – of, als dat al het geval is, licht hij de sluier even op om te controleren of hij de juiste vrouw zal trouwen. Zo kan hij voorkomen dat hij net als Jakob met Lea in plaats van met Rachel trouwt. Dit is vandaag de dag overigens een symbolisch gebeuren…
Het ondertekenen van een huwelijkscontract is een van de aspecten van de huwelijksplechtigheid. Daarnaast wordt er een huwelijksgeschenk (de ring) gegeven. De huwelijksplechtigheid heeft plaats onder de ”choepa”, de trouwhemel of het huwelijksbaldakijn. Bruid en bruidegom staan samen onder een aan vier palen bevestigd baldakijn dat in de synagoge of buiten is opgesteld. In deze dienst –zo staat in de toelichting– zijn alle drie de onderdelen (al dan niet symbolisch) present.
Enerverende momenten
Tot vlak voor het begin van de dienst stromen de gasten binnen. Ze nemen ruim de gelegenheid om elkaar te begroeten. Het is een gegons van stemmen. Een beetje oneerbiedig wordt in de volksmond een ruimte vol lawaaiige mensen daarom wel aangeduid als ”jodenkerk”.
Als plots alle geluid wegvalt, richten de blikken zich op de hoofdingang. De rabbijn komt binnen, achter hem loopt de bruidegom met beide vaders en daarachter komt de bruid met beide moeders. Intussen zingt een koortje van vrienden het welkomstlied, het ”Baroech Haba”, zonder muzikale begeleiding overigens.
Dan gebeurt er plotseling iets wat niet in de toelichting staat vermeld: een van beide vaders zakt bij het zitten gaan met veel lawaai door z’n stoel. De reactie van de aanwezigen is verbluffend: iedereen staat op van z’n zitplaats om beter te kunnen zien wat er aan de hand is. Bij een enkele bezoeker valt in de commotie het keppeltje van het hoofd. De hilariteit vult de ruimte met de nodige decibellen. Als een andere stoel is bijgeschoven, keert de rust terug.
Omdat het volgens de joodse traditie de rechterrib van Adam geweest is waaruit Eva werd gevormd, wordt de bruid naar de rechterzijde van de bruidegom geleid. De rabbijn, met een gebedsmantel om en een zwarte hoed op het hoofd, houdt een toespraak. Hij zet op duidelijke wijze uiteen waar het bij het huwelijk volgens de Thora (de verzameling joodse wetten) om draait. Hij spitst de toespraak toe op dit bruidspaar.
Het feit dat er na de Tweede Wereldoorlog nog maar weinig joodse huwelijken in Nederland worden gesloten, maakt een dag als vandaag alleen maar feestelijker.
Ook aan de duistere oorlogsjaren wijdt de rabbijn een deel van zijn toespraak: „Hierbij spreken wij ook dank uit aan de Nederlandse medeburgers die in de meest duistere jaren van de joodse geschiedenis, met gevaar voor eigen leven, uiteindelijk dit huwelijk mogelijk maakten.”
Verloving
Na de toespraak begint de ”eroesin”, de verloving. Vroeger had deze eroesin enige tijd vóór de eigenlijke trouwerij plaats. Er werd dan een belofte tot het aangaan van een huwelijk gedaan. Dit bracht voor het paar wel de verplichtingen van een huwelijk met zich mee, maar niet de daarbij behorende rechten (bijvoorbeeld het recht van samenzijn als man en vrouw). Omdat er op deze manier een moeilijke tussenperiode ontstond, is er voor gekozen de eroesin en de eigenlijke trouwerij in één dienst te laten plaatshebben.
De rabbijn spreekt zegeningen uit over klaarstaande wijn en over de huwelijkswetten, waarna bruid en bruidegom voor het eerst uit dezelfde beker wijn drinken. De bruidegom krijgt de beker aangereikt door zijn vader. De moeder van de bruid probeert vervolgens haar gesluierde dochter te laten drinken.
Een van de hoogtepunten uit de dienst is het moment waarop de bruidegom zijn bruid een ring aanbiedt. Dit gebeurt met de volgende woorden: „Zie, gij zijt tot echtgenote geheiligd voor mij door deze ring volgens de wet van Mozes en Israël.” Om vergissingen –niet ondenkbaar door de spanning van het moment– te voorkomen, zegt de rabbijn deze plechtige zin woordelijk voor. Omdat de Thora bij dit ritueel steeds de rechterwijsvinger noemt, schuift de bruidegom de ring om die vinger van zijn aanstaande vrouw.
Daarmee is de ‘verloving’ voorbij. Om nu een overgang te maken naar de eigenlijke huwelijksvoltrekking, wordt de eerder getekende huwelijksovereenkomst door een tweede rabbijn voorgelezen.
Versierde bank
Het is voor een joodse bruiloft niet essentieel dat deze in een synagoge wordt voltrokken. In Israël heeft de eigenlijke trouwerij vaak in de openlucht plaats, onder de sterrenhemel. In Nederland verwijst de zogenoemde trouwhemel in de vorm van een luifel of baldakijn naar het huis van de man, waar de vrouw haar intrek zal nemen. Vandaag wordt de trouwhemel gesymboliseerd door een met bloemen versierde bank met luifel.
De rabbijn spreekt zeven lofzegeningen uit over onder meer de wijn. Hierna drinken bruid en bruidegom opnieuw uit één beker. Ditmaal krijgt de bruidegom de beker aangereikt door zijn schoonvader en de bruid door haar schoonmoeder.
Hiermee is het huwelijk definitief voltrokken. Maar om te symboliseren dat geen vreugde volkomen kan zijn zo lang de tempel in Jeruzalem niet is herbouwd, wordt er volgens een eeuwenoude traditie een glas gebroken. Een duidelijk hoorbaar ”krak” wekt bij een aantal aanwezigen even de indruk dat er weer iemand door zijn stoel is gezakt.
Samen eten
De dienst heeft al met al een halfuur geduurd. Bruid en bruidegom mogen nu samen de sjoel uit wandelen, begeleid door psalmgezang. Op weg naar de uitgang klinkt als uit één mond van alle aanwezigen het mazzel-tov! Letterlijk betekent dit ”goed gesternte”, maar het geldt als gebruikelijke felicitatie bij dit soort plechtigheden.
Het bruidspaar gaat nu samen ergens wat eten; het is al na de middag en tot op dit moment hebben ze gevast. Dit etentje symboliseert het samen in één huis zijn, het feit dat de bruid in het huis van de bruidegom is gebracht.