Dat overkwam onder meer Hollandes socialistische voorganger François Mitterrand in 1986. De parlementsverkiezingen van 10 en 17 juni dit jaar lijken opnieuw een zege voor links te worden. Hollande wint waarschijnlijk na de recente rondes in de presidentsverkiezingen, ook de ‘derde ronde’, zoals de komende stembusgang ook wel wordt genoemd.

Opiniepeilingen wijzen op een linkse meerderheid en misschien zelfs een meerderheid van Hollandes eigen PS (Parti socialiste) in de Franse Tweede Kamer, de Nationale Vergadering. In de Senaat zit al een linkse meerderheid.

Ruim 45 procent van de ondervraagden zegt op een linkse kandidaat te gaan stemmen. Bijna een derde van de ondervraagden denkt aan de PS. 34 procent verkiest een centrumrechtse kandidaat. Centrumrechts wordt gedomineerd door de overkoepelende Unie voor een Volksbeweging (UMP). Die is er zelfs niet in geslaagd één figuur aan de leiding te plaatsen.

De UMP worstelt verder met een drietal mogelijke partijleiders als opvolger van de in mei verslagen president Nicolas Sarkozy (UMP). De UMP zou met zijn politieke geestverwanten in de komende verkiezingen hoogstens 275 van de 577 zetels kunnen halen. Links kan volgens de peilingen rekenen op minstens 300 zetels.

Hollande heeft woensdag een pensioenhervorming uit 2010 teruggedraaid en zo voor een groep werkenden de pensioengerechtigde leeftijd met 2 jaar verlaagd. Hij heeft daarmee al zeker 110.000 kiezers een groot plezier gedaan en volgens Hollande is het allemaal goed te betalen.

Hij hoopt straks met het nieuwe parlement ‘groei te stimuleren’. Dat gaat weliswaar met hogere belastingen, maar zo wordt er volgens hem, door de staat ten minste, meer uitgegeven zonder meer te lenen. Hollande wil het begrotingstekort terugdringen en meer uitgeven tegelijk. De socialist wil onder meer 150.000 banen scheppen en de economie met overheidsbestedingen opkrikken.