Israël haalt Joodse bejaarden uit puinhopen Bagdad
Na duizenden jaren keren nu de laatste Joden uit Irak terug naar Israël. Het einde van de Babylonische ballingschap is in zicht. Drie weken geleden werden zes bejaarden ’thuisgehaald’.
De situatie waarin de achtergebleven leden van de Joodse gemeenschap in Bagdad zich bevinden is zeer slecht, aldus drs. Tineke Blokland, die bij de terugkeer van de zes bejaarden aanwezig was.
Van de Joodse gemeenschap in Irak is weinig meer over dan 29 meest hoogbejaarden die de terugreis niet meer aandurven. „Zij leven onder erbarmelijke omstandigheden”, vertelt Blokland. De ooit bloeiende Joodse gemeenschap in Irak, die de beroemde Babylonische talmoed heeft voortgebracht, heeft flink geleden onder het Ba’ath-regime, vertelt ze. „Het regime heeft veel kapotgemaakt. Na het Engelse mandaat zijn antisemitische gevoelens weer opgeleefd die onder de heerschappij van de Engelsen waarschijnlijk onderdrukt aanwezig waren.”
„Nu er weer ruimte is voor dat soort gevoelens”, vervolgt Blokland, „zie je overal anti-Joodse teksten op spandoeken, worden Joodse symbolen van de huizen gehakt en worden begraafplaatsen volledig vernield. Joden zijn bang om voor hun achtergrond uit te komen.” Hoewel de aanwezigheid van Saddam Hussein de vorming van een islamitische staat tegenhield, hadden Joden onder zijn regime weinig vrijheid. „Saddam liet op Grote Verzoendag Joden filmen die naar de synagoge gingen, om de wereld te laten zien hoe Iraakse Joden hun cultuur in Irak in ere konden houden. Maar zo’n Jood stond dan wel op de film en was zo goed als vogelvrij verklaard; iedereen wist nu immers dat hij Jood was. Noem je dat vrijheid?”
Toen de staat Israël werd gevormd, kwamen anti-Joodse gevoelens in Irak tot uitbarsting. Vanaf de jaren vijftig stapelde het aantal vrijheidsbeperkingen zich op. Joden mochten geen bezittingen verkopen, moesten gele identiteitskaarten bij zich dragen, mochten geen openbare functies meer uitoefenen, hun bedrijven werden gesloten en hun bankrekeningen bevroren. „Het geld dat ze nog overhielden, hebben ze moeten besteden aan voedsel. Op een gegeven moment is er niet veel over. Daardoor zijn Joden een kwetsbare groep geworden. Ze hebben geen geldreserves om op terug te vallen.”
Blokland is bevriend met de Iraakse Jood Ezra Dayan, die Irak dertien jaar geleden als toerist verliet om er nooit meer terug te keren. Hij woont nu in Nederland. Blokland ontmoette hem tijdens haar studie Hebreeuws in Amsterdam. Zijn moeder (75) en oma (99), die door de eerste Golfoorlog niet met hem mee konden, waren onder de bejaarden die in juli naar Israël zijn gehaald. „Dayans oma was en is er zeer slecht aan toe”, vertelt Blokland. „Ze hadden weinig toegang tot de gezondheidszorg; er is niets. Als je een gevulde bankrekening hebt, dan kun je wel wat regelen in Irak, maar voor Joden gaat dat dus niet op.”
De actie om deze zes bejaarden uit Irak naar Israël te halen, is ingezet op initiatief van een Amerikaans-Joodse journalist. Hij wilde schrijven over de Joodse gemeenschap in Bagdad en kwam in aanraking met de moeder en oma van Dayan. Geraakt door hoe hij de oudere dames aantrof, nam hij contact op met Dayan en speelde hij gegevens en papieren van de vrouwen door aan de Jewish Agency en de Hebrew Immigrant Aid Society, die de terugkeer van de zes bejaarden organiseerden. Met behulp van een aantal andere organisaties en Amerikaanse soldaten ter plaatse werden de ouderen uit het kapotgeschoten Bagdad gehaald.
Bij aankomst in Israël bleken de bejaarden allemaal ondervoed. Een van hen had suikerziekte ontwikkeld. „De eerste dagen konden ze alleen muizenhapjes eten, en ze aten de hele dag door. Ze zijn erg gelukkig dat ze in Israël zijn, maar het is ook moeilijk voor ze. De moeder van Dayan heeft de eerste dagen heel veel gehuild, omdat ze nu pas hoorde dat haar zus en broers zijn overleden. Er komt ineens heel veel op hen af.”
Daar staat tegenover dat ze nu de juiste zorg krijgen, aldus Blokland. „Is dit het waard: op gevaar van eigen leven een aantal hoogbejaarden naar Israël halen, die daar misschien niet lang meer zullen leven? Ik ben ervan overtuigd dat we hier goed aan hebben gedaan. Ze krijgen nu nog een liefdevolle tijd.”
Blokland hoopt dat de achtergebleven Joden ook zullen worden teruggehaald naar Israël. „De situatie in Irak is niet echt hoopgevend”, verzucht ze. „De antisemitische leuzen, de dreiging van het ontstaan van een islamitische staat; dat kan niet goed gaan.” Het vertrek van de laatste Joden zou een einde maken aan een duizenden jaren oude Joodse cultuur in Irak. „Irak zonder Joden is een lichaam zonder ziel”, vindt Blokland. „Maar aan de andere kant komt er dan eindelijk een einde aan de Babylonische ballingschap.”
Irak is niet het enige Arabische land waar Joden onder erbarmelijke omstandigheden wonen, weet Blokland. „De situatie is ook erg slecht in Iran, Syrië, Jemen, noem maar op. Alleen in Marokko valt het mee. Naar mijn mening oordeelt de internationale gemeenschap te licht over deze problemen. Je ziet nu tendensen ontstaan van modern antisemitisme, dat verpakt wordt in een antizionistisch jasje.”
Blokland heeft persoonlijke ervaringen met het opkomend antisemitische: al een aantal keren ontving ze dreigbrieven. „In de praktijk is antizionisme precies hetzelfde als antisemitisme. Het ’moderne’ zit hem voornamelijk in het feit dat deze gevoelens voornamelijk uit de Arabische wereld komen. Ik zie het als verzet tegen God: trap je tegen Zijn volk, dan trap je tegen Hem.”