Gejuich om veroordeling Mubarak van korte duur
CAÏRO – De Egyptische oud-president Hosni Mubarak is zaterdag veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Even was het stil op straat, toen barstte in heel Egypte het gejuich los. Maar dat was slechts van korte duur. Al snel sloeg de vreugde om in woede.
Hosni Mubarak en oud-minister van Binnenlandse Zaken Habib al-Adly kregen levenslang voor het „niet voorkomen van de dood van honderden demonstranten.” Maar alle andere verdachten in het proces, onder wie Mubaraks zonen Gamal en Alaa en zes hoge politiefunctionarissen, werden vrijgesproken van alle aanklachten. Dit slappe compromis wekte grote verontwaardiging onder de Egyptenaren.
Direct na de uitspraak gingen in de rechtszaal tegenstanders en aanhangers van Mubarak met elkaar op de vuist. Ook buiten de rechtszaal braken gevechten uit tussen voor- en tegenstanders van Mubarak. De aanwezige ordetroepen wisten de partijen, die elkaar met stenen en flessen bekogelden, gescheiden te houden.
Hoewel tegen Mubarak de doodstraf was geëist, kunnen de meeste Egyptenaren leven met een levenslange opsluiting van de oud-president. Dat de kliek om de oud-president niet schuldig is bevonden aan corruptie en fraude, wekt echter grote woede. Dit betekent dat de geblokkeerde buitenlandse banktegoeden van Mubaraks familie en van zijn andere medeverdachten niet naar Egypte teruggestuurd hoeven worden.
Veel betogers vrezen bovendien dat de vrijspraak van de politiefunctionarissen de weg opent voor vrijspraak van de afgezette president Hosni Mubarak in hoger beroep. Voor nabestaanden van de 900 slachtoffers die tijdens de achttiendaagse opstand in januari vorig jaar vielen, is de uitspraak een klap in het gezicht. De martelaren is volgens hen met deze uitspraak geen recht gedaan.
Met de uitspraak van zaterdag zou de Hoge Raad van de Militairen (SCAF) vooral zijn eigen positie hebben veiliggesteld, foeteren veel jonge revolutionairen. Volgens hen heeft het voormalige regime het land geplunderd en komt het huidige regime er nu gemakkelijk mee weg.
De demonstraties van zaterdag en zondag richtten zich dan ook expliciet tegen de militaire raad. Honderdduizenden Egyptenaren eisten in steden als Caïro, Alexandrië en Suez om een machtsoverdrag van de militairen aan een presidentiële raad. Die zou tijdens de interim-periode een nieuwe burgerlijke grondwet moeten opstellen en nieuwe presidentsverkiezingen organiseren.
De uitspraak heeft ook gevolgen voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, omdat de keuze tussen de winnaars van de eerste ronde, Mohammed Mursi en Ahmed Shafiq, volgens velen nu onhoudbaar is geworden. Shafiq was vorig jaar de laatste premier onder president Mubarak. De veroordeling van de oud-president voor zijn aandeel in de dood van de ruim 900 demonstranten maakt Shafiq volgens demonstranten in feite tot medeplichtige.
Daarbij komt nog dat de Hoge Constitutionele Raad op 12 juni uitspraak zal doen over de uitsluiting van „elementen van het oude regime” van alle politieke activiteiten. Dat zou kunnen betekenen dat Shafiq zich alsnog moet terugtrekken uit de lopende presidentsverkiezingen. De nummer drie van de eerste ronde, de liberaal Sabahi, zou dan zijn plaats kunnen innemen. Saillant detail is echter dat de voorzitter van de Constitutionele Raad ook de kiesraad voorzit, die Shafiq eerder toeliet tot de presidentsverkiezingen.
Voor veel demonstranten is er in de tweede ronde van deze verkiezingen eigenlijk niets meer te kiezen. Zij roepen ertoe op wel te gaan stemmen, maar de stembiljetten uit protest ongeldig te maken. Egyptenaren die buiten Egypte wonen zijn zondag al naar de stembus gegaan.