Volgende Venusovergang pas over 105 jaar
Mis hem niet, de Venusovergang. Twee keer in een mensenleven trekt de planeet Venus voor de zon langs. De vorige was in 2004; en na 6 juni wachten op de volgende is geen optie: pas in 2117 heeft er weer een plaats.
Een echte zonsverduistering is het natuurlijk niet, maar toch lijkt een Venusovergang daar wel op. Zoals de maan bij een zonsverduistering tussen de aarde en de zon staat, zo schermt de planeet Venus op 6 juni een stukje van de zon af. De aarde zal daardoor nauwelijks minder zonlicht ontvangen: slechts 3 procent van de zonneschijf wordt afgedekt.
Wie dit fraaie natuurverschijnsel wil zien, moet er vroeg bij zijn. Om 0.00 uur ‘raakt’ de planeet de zon aan, maar dat is in Nederland niet zichtbaar; aan de Amerikaanse westkust echter wel. Na zonsopkomst om 5:22 uur zijn de Nederlanders aan de beurt. Op dat moment heeft Venus al driekwart van zijn baan langs de zon afgelegd. Vanaf 6.49 uur is de overgang voorbij.
„Wie deze mist, moet wachten op de volgende keer op 11 december 2117”, lacht amateursterrenkundige Rob Walrecht van Rob Walrecht Productions in Amersfoort, de enige Nederlandstalige uitgever die een brochure over het fenomeen heeft gepubliceerd.
Theoretisch kan er zich elke 1,6 jaar een Venusovergang voordoen. Maar doordat de baan van Venus scheef staat ten opzichte van de aardbaan en beide planeetbanen niet rond maar elliptisch zijn, daalt de kans erop naar eens in de acht jaar. „Doe daarbij dat de planeet ook nog boven of onder de zon langs kan trekken, en je begrijpt waarom we na 6 juni 105 jaar moeten wachten totdat de volgende overgang ergens op de wereld zichtbaar is”, legt de Amersfoorter uit. „Tot 2117 schuift Venus namelijk boven de zon langs.”
De eerste die mogelijk een Venusovergang waarnam, was de Perzische astronoom Avicenna in 1032, vertelt Walrecht. „Hoe hij dat heeft gedaan, weet ik niet. Als hij rechtstreeks in de zon heeft getuurd, is hij ongetwijfeld verblind geraakt.”
De eerste die aan Venusovergangen rekende, was de protestantse astronoom Johannes Kepler in 1627. Hij voorspelde er een in 1631. „Zijn berekening bleek accuraat. Hij kon echter niet bepalen waar op aarde de gebeurtenis zichtbaar zou zijn. In Europa was er toen niets van te zien, maar in Nederlands-Indië wel”, weet Walrecht.
Verder zou er volgens Kepler in 1639 net geen Venusovergang plaatshebben, doordat Venus onder- of bovenlangs de zon zou schuiven en dus niet voor de zon langs. Zijn voorspelling bleek echter onjuist, want er was toen wel een Venusovergang zichtbaar.
Venusovergangen zijn belangrijk gebleken bij het bepalen van de grootte van het zonnestelsel. Deze wordt gemeten in veelvouden van afstand van de aarde tot de zon, de astronomische eenheid. Maar die hadden de zeventiende-eeuwse astronomen nog niet kunnen vastleggen, hoewel ze de verhoudingen in het zonnestelsel al redelijk nauwkeurig kenden. Om de exacte afstanden van de planeten tot de zon te kunnen bepalen, moesten ze weten hoe ver de zon van de aarde verwijderd is.
Een van de eersten die een poging deden om de astronomische eenheid te bepalen was de 21-jarige Britse astronoom Jeremiah Horrocks. Hij berekende in 1639 die afstand op 95,6 miljoen kilometer. Horrocks baseerde zijn berekening op de foutieve aanname dat de aarde en Venus exact even groot zouden zijn.
Met moderne radarmetingen is de astronomische eenheid vandaag de dag vastgesteld op 149,6 miljoen kilometer. „Tot op 3 meter nauwkeurig”, weet Walrecht. Voor wie die afstand zelf wil controleren, is er sinds kort een app beschikbaar voor de smartphone op transitofvenus.nl.
Tegenwoordig zijn Venusovergangen op een andere manier belangrijk voor astronomen. Op een vergelijkbare manier als Venus voor de zon langs trekt, bewegen ook exoplaneten –planeten buiten het zonnestelsel– langs hun ster. Daarbij schermen ze een deel van het licht van de ster af. Door Venusovergangen goed te bestuderen kunnen astronomen leren hoe ze gemakkelijker exoplaneten kunnen waarnemen.
Walrecht verbaast zich erover dat hij kennelijk de enige is die flink uitpakt met een uitgebreide brochure. „Ik probeer mensen enthousiast te maken voor zo’n gebeurtenis die maar eens in een mensenleven plaatsheeft.”
Over het weer in de vroege ochtend van 6 juni is nog weinig bekend. Walrecht hoopt op een onbewolkte lucht. „Anders gaat deze unieke kans alsnog aan onze neus voorbij.”
”Als Venus maar op tijd komt. De Venusovergang van 6 juni 2012”, Rob Walrecht; uitg. Rob Walrecht Productions, Amersfoort 2012; 8 blz.; € 4,00, met eclipsbril € 6,50. www.walrecht.nl
Veilig kijken
Het is niet aan te bevelen om met het blote oog recht in de zon te kijken, waarschuwt Walrecht. „Je ziet dan niets van de Venusovergang en je raakt verblind. De beroemde astronoom Galileo Galileï is zo zijn gezichtsvermogen kwijtgeraakt.”
Hoe het wel moet, legt Walrecht haarfijn uit in zijn brochure. „Het beste kun je gebruik maken van een simpele eclipsbril. Je ziet Venus daardoor als een kleine zwarte stip op een gele schijf. Overigens kun je er behalve Venusovergangen ook zonnevlekken mee zien, plekjes waar het 1200 graden Celsius kouder is dan op de rest van het zonneoppervlak.”
Daarnaast is een verrekijker een bruikbaar instrument. „Natuurlijk moet je daarmee niet rechtstreeks in de zon kijken. Dat doe je maar één keer, want daarna ben je blind”, waarschuwt Walrecht. „Wel kun je één lens afdekken. Het beeld van de andere –dat je normaal gesproken rechtstreeks zou bekijken– projecteer je vervolgens op wit karton. Je moet je kijker wel even scherpstellen.”
Ten slotte bestaan er de zogeheten sunspotter (circa 400 euro) en de solarscope (circa 60 euro). Beide instrumenten zijn speciaal bedoeld om de zon te bestuderen. Het zonlicht valt er –net als bij de verrekijker– door een lens op een wit schermpje, waarop vervolgens de Venusovergang of zonnevlekken zijn waar te nemen. „De solarscope is in Nederland te koop bij onder meer Sterrenwacht De Koepel”, weet Walrecht.