Jarenlange zoektocht naar recht in Lockerbie-drama
KAMP ZEIST (ANP)- Donderdag bepalen Schotse magistraten in Kamp Zeist of de Libische geheim agent Abdel Basset al-Megrahi (49) vorig jaar terecht is veroordeeld. Zij sluiten deze historische Schotse strafzaak af, die is gehouden op een speciaal tot Schotland uitgeroepen stukje Utrechtse heuvelrug door een rechtbank zonder de in Schotland gebruikelijke jury. Al-Megrahi kreeg op 31 januari 2001 levenslang wegens een bomaanslag in 1988.
1988: Op 21 december explodeert door een bom een PanAm Boeing-747 boven het Schotse plaatsje Lockerbie. Alle 259 inzittenden en elf mensen in Lockerbie komen om het leven.
1989: Op 19 september explodeert een Frans verkeersvliegtuig van de onderneming UTA boven de woestijn in Niger. Alle 171 inzittenden komen om.
1991: Een Franse onderzoeksrechter vaardigt in oktober arrestatiebevelen uit tegen zes Libiërs wegens de bomaanslag op het UTA-toestel. Twee weken later vaardigen de Schotse en Amerikaanse justitie arrestatiebevelen uit tegen twee Libische verdachten die betrokken zouden zijn bij de bomaanslag boven Lockerbie. Het gaat om Abdel Basset al-Megrahi en al-Amin Fhimah. De Amerikanen, Britten en Fransen eisen de uitlevering van de Libiërs.
1992: De Veiligheidsraad van de VN eist op 21 januari dat Libië meewerkt. Libië wendt zich in maart tot het Internationaal Gerechtshof. Medio april worden sancties van de VN van kracht omdat Libië de verdachten niet uitlevert. Het gaat om een wapenembargo en een beperking van het vliegverkeer van en naar het Noord-Afrikaanse land.
1993: Op 11 november worden de sancties tegen Libië door de Veiligheidsraad verzwaard met de bevriezing van Libische tegoeden in het buitenland en een verbod van de export naar dat land van goederen bestemd voor de olieindustrie.
1997: De Libische leider Muammar Kaddafi laat weten dat hij geen problemen heeft met een rechtzaak voor Schotse rechters, maar dat een proces in Groot-Brittannië niet eerlijk kan zijn.
1998: Kaddafi verzekert in april dat de verdachten in een neutraal land door een internationaal hof onder Schots voorzitterschap kunnen worden berecht. Drie maanden later stellen Londen en Washington dat de verdachten in een „derde” land onder Schots recht kunnen worden berecht en in juli suggereren zij Nederland. Op 18 september 1998 tekenen Nederland en Groot-Brittannië een akkoord over de tijdelijke overdracht van een stukje Nederland aan de Britten. Het stukje land is op de voormalige Amerikaanse basis Soesterberg, Kamp Zeist. Libië is uiterst achterdochtig over de plaats, tot 1994 een Amerikaanse basis.
1999: Na diplomatieke druk kondigt Kaddafi op 19 maart aan dat de twee verdachten aan de VN worden overgedragen. In dezelfde maand veroordeelt een Franse rechtbank zes Libiërs bij verstek tot levenslang wegens de aanslag op het UTA-toestel in 1989. Libië betaalt vervolgens geld aan de nabestaanden.Op 5 april worden al-Megrahi en al-Amin Fhimah naar Nederland gestuurd en opgesloten in Kamp Zeist. Internationale sancties tegen Libië worden opgeschort. Op 7 december verschijnen de beklaagden vor het eerst voor het Schotse Hoge Hof onder voorzitterschap van de magistraat Sutherland.
2000: De twee beklaagden verklaren onschuldig te zijn. Op 3 mei begint het proces. Advocaat William Taylor kondigt aan dat hij tijdens zijn pleidooien derden zal belasten die mogelijk de aanslag hebben gepleegd. Het gaat om Palestijnse splintergroepjes die later elke betrokkenheid ontkennen. In juni getuigt een Zwitserse ondernemer, Edwin Bollier. Zijn firma heeft het tijdmechanisme van de bom in de PanAm-jumbo gemaakt. Hij deed naar eigen zeggen ook zaken met een van de Libische beklaagden. Een maand later getuigt de Maltese winkelier Tony Gauci die zegt dat hij kleding aan iemand met het uiterlijk van al-Megrahi heeft verkocht. De kledingstukken zouden de bom in een koffertje hebben gecamoufleerd en werden in Lockerbie teruggevonden. Het wordt duidelijk dat de beklaagden valse paspoorten gebruikten.
In september 2000 komt een warrige ex-dubbelspion uit de VS getuigen. Deze overgelopen Libiër, Abdul Majid Giaka, gold als kroongetuige van de aanklagers maar hij maakt zich met zijn verklaringen voornamelijk belachelijk.
2001: In januari gooien de aanklagers in hun conclusies alles op moord, die ze zeggen te hebben aangetoond. Hoe de bom precies aan boord van het toestel kwam is niet volledig duidelijk, erkennen ze. De verdedigers sluiten onder meer af met hun vaststelling dat niet is aangetoond dat de bom vanuit Malta aan boord kwam van de Boeing-747. Ze wijzen voorts op tegenstrijdige verklaringen van belangrijke getuigen van de aanklagers. Op 18 januari trekken de rechters zich terug voor beraad. Bij hun uitspraak op 31 januari wordt al-Amin Fhimah vrijgesproken.
2002: De zaak in hoger beroep dient van 23 januari tot 14 februari onder voorzitterschap van de magistraat lord Cullen.