Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal noemde deze stap niet verrassend. Alberda, die was ondergebracht bij de EU-delegatie in de Syrische hoofdstad, had volgens hem dinsdag Syrië al de rug toegekeerd.

Nederland verklaarde de Syrische ambassadeur tot ongewenst persoon in reactie op onder meer het bloedbad in de plaats Houla, waar vrijdag meer dan honderd mensen werden gedood, vermoedelijk door een regeringsgezinde militie. Internationaal gezant Kofi Annan noemde het bloedbad het omslagpunt in de reactie van de internationale gemeenschap.

Landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Groot-Brittannië, Japan en Turkije wezen Syrische diplomaten de deur. Syrië verklaarde woensdag behalve de Nederlandse Alberda ook een Italiaanse diplomate tot ongewenst persoon en de verwachting is dat het regime meer diplomaten het land zal uitzetten.

De Nederlandse ambassade in Damascus werd in maart gesloten. Alberda werd een paar weken later teruggestuurd als diplomaat. Volgens Buitenlandse Zaken verblijven op dit moment nog 197 Nederlanders in Syrië. Sinds maart 2011 woedt een opstand in het land. De Nederlandse regering steunt de Syrische oppositie.

Nederland gaat de waarnemersmissie Unsmis en het werk van VN-gezant Kofi Annan in Syrië steunen. De VN hebben gevraagd om een bijdrage. Nederland heeft onder andere aangeboden de verbinding tussen Genève en het hoofdkwartier in Damascus te verzorgen. Daar zijn in eerste instantie negen militairen voor nodig. De verwachting is dat de inzet 90 dagen zal duren. Volgens het kabinet zijn de risico’s voor de Nederlandse functionarissen in Damascus aanvaardbaar. Er zijn op dit moment ongeveer 290 VN-waarnemers in Syrië.

Een militair ingrijpen in Syrië wordt steeds meer onderdeel van de gesprekken. De Franse president François Hollande sloot dinsdag militair ingrijpen niet uit op voorwaarde dat de Veiligheidsraad ermee instemt. Australië zei woensdag open te staan voor discussies over militaire actie.

De grootste tegenstanders van ingrijpen blijven Rusland en China, die dat woensdag nog eens benadrukten. Rusland noemde het wegsturen van diplomaten contraproductief. De Syrische Nationale Raad beschuldigde Rusland er woensdag van met zijn steun aan te moedigen dat het regime „wrede misdrijven” begaat.

Bij gevechten tussen regeringstroepen en rebellen vielen ook dinsdag tientallen slachtoffers. Een Syrische mensenrechtenorganisatie meldde 98 doden, onder wie 61 burgers. Ook woensdag waren er meldingen van tientallen doden bij diverse incidenten.