Visegrad, dat in een dal van de Drina ligt, is een voorbeeld van de niet geheelde wonden van de burgeroorlog die van 1992 tot en met 1995 in Bosnië woedde. Voor de oorlog maakten de moslims twee derde van de 21.000 inwoners uit, maar zij werden door de Bosnische Serviërs verdreven. Slechts enkele honderden zijn in Visegrad teruggekeerd.

Voor de begrafenis trokken Bosnisch-Servische veteranen uit de burgeroorlog door de stad. Zij herdachten dat de brigade waarvan zij deel uitmaakten, 20 jaar geleden werd opgericht. Een van de leiders van de mars zei dat de veteranen eer wilden bewijzen aan de vroegere Bosnisch-Servische legerleider Ratko Mladic en de vroegere politieke leider van de Bosnische Serviërs Radovan Karadzic. Beiden staan voor het Joegoslavië Tribunaal terecht op verdenking van genocide.