CDA-Kamerlid Çörüz gaat minister Opstelten van Justitie en Veiligheid om opheldering vragen.

De zaak draait om een man die veroordeeld is voor het beledigen van een agent, die hij tamelijk grof had uitgescholden. De agent had zijn blikje bier afgepakt en weggegooid. De man was al twee keer –zonder straf– door een politierechter veroordeeld, maar was naar de Hoge Raad gestapt voor een principe-uitspraak.

De politierechter achtte de man schuldig aan het beledigen van een ambtenaar in functie. Het scheldwoord was volgens de Hoge Raad echter niet beledigend. „De verdachte had de bedoeling zijn onvrede over de handelwijze van de verbalisant tot uitdrukking te brengen.”

„Onbegrijpelijk en erg ongelukkig”, zegt Çörüz. Hij wil daarmee geen oordeel uitspreken over de Hoge Raad, maar wel over de situatie die nu kan ontstaan. Het beleid om belediging, bedreiging en geweld tegen overheidsambtenaren strenger te straffen komt volgens hem in de knel door het arrest van de Hoge Raad.

„Dit kan leiden tot een tendens die absoluut verwerpelijk en norm­overschrijdend is. Een agent is beschermd door de wet, een van de pilaren van onze rechtsstaat. Als je die al grof mag beledigen, dan maak ik me grote zorgen over de bejegening van de leraar, de gevangenisbewaarder, de parkeerwachter en de medewerker van de sociale dienst. Ik hou mijn hart vast”, aldus Çörüz.

Het arrest doorkruist volgens hem de aanpak om dubbel zo hoge 
straffen te eisen tegen mensen die zich misdragen ten opzichte van politiemensen of ambulancepersoneel. Çörüz wil van Opstelten horen wat hij gaat doen om dat beleid overeind te houden en of er een maas in de wet gedicht moet worden. De CDA’er vreest dat het arrest van de Hoge Raad iedereen die agenten wil uitschelden vrij baan geeft.