Volgens Opstelten was financieel-economische criminaliteit tot nog toe lucratief, omdat de straffen en boetes door de criminelen meegewogen werden in het risico dat zij namen. Nu de straffen omhoog gaan, hoopt de minister dat het voor de fraudeurs ‘te duur’ wordt om de wet te overtreden.

Op het wegsluizen van geld, bijvoorbeeld verdiend via mensenhandel, komt een celstraf van 6 in plaats van 4 jaar. Is het witwassen aan de orde van de dag, dan kan zelfs 8 jaar cel worden opgelegd. Ook gaat de gevangenisstraf omhoog voor daders die regels stelselmatig aan hun laars lappen, bijvoorbeeld voor afvalverwerkingsbedrijven die milieuvoorschriften negeren. Zij krijgen maximaal 4 jaar cel.

Daarnaast moeten boetes voor bedrijven meer indruk gaan maken. Deze zijn daarom geen vast bedrag meer, maar worden gekoppeld aan de omzet. De rechter kan daardoor een bedrijf veroordelen tot een boete van 10 procent van de jaaromzet.

Wie onterecht een subsidie of uitkering krijgt, kan ook rekenen op een forse tik op de vingers. Die mensen kunnen 3 jaar de cel in. Opstelten noemt het verwerpelijk als mensen misbruik maken van een uitkering of subsidie. Corrupte ambtenaren worden overigens ook niet ontzien: zij kunnen 6 jaar achter de tralies verdwijnen als ze gunsten aannemen.