„NAVO moet burgerdoden Libië onderzoeken”
BRUSSEL (ANP) - De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) deed geen onderzoek naar de dood van tientallen Libiërs als gevolg van de luchtaanvallen die zij gedurende de opstand van 2011 in het Noord-Afrikaanse land uitvoerde. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) verlangt dat zo'n onderzoek er alsnog komt, blijkt uit een rapport dat zij maandag publiceerde.
In het 76 pagina’s tellende document beschrijft de organisatie acht NAVO-luchtaanvallen in detail. Hierbij kwamen 72 burgers om, onder wie 20 vrouwen en 24 kinderen. Human Rights Watch baseert zich op inspecties van de gebombardeerde regio’s tijdens en na de aanvallen en gesprekken met lokale bewoners.
Volgens het internationale oorlogsrecht is het strijdende partijen enkel toegestaan militaire doelwitten aan te vallen. In zeven van de acht gevallen zijn echter aanwijzingen gevonden dat aan die voorwaarde niet is voldaan. De NAVO spreekt dat tegen, maar verstrekt geen specifieke informatie over het type militair doelwit dat werd aangevallen.
Gezien de lengte van de campagne en het grote aantal bombardementen is het aantal burgerslachtoffers volgens HRW relatief laag. Volgens Fred Abrahams, speciaal adviseur bij de mensenrechtenorganisatie en schrijver van het rapport, ondernam de NAVO „belangrijke stappen om het aantal burgerslachtoffers te minimaliseren’', maar zijn ,informatie over en onderzoek naar de dood van de 72 burgers nodig”.
HRW roept de NAVO op alle mogelijk illegale aanvallen te onderzoeken en de bevindingen aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties te rapporteren. Dat orgaan gaf het bondgenootschap destijds het mandaat om een militaire operatie in Libië uit te voeren om burgers te beschermen.