Sharon opnieuw van corruptie beschuldigd
De Israëlische procureur-generaal Elyakim Rubinstein heeft maandag een derde onderzoek wegens mogelijke corruptie gelast tegen premier Ariel Sharon.
De premier zou op verzoek van vrienden het ministerie van openbare werken hebben gebeld, waarna de vrienden een veel hoger compensatiebedrag ontvingen voor onteigende grond. Sharons bureau bevestigt het telefoontje, maar ontkent dat er sprake is van corruptie.
De Israëlische krant Globes berichtte zondag dat Sharon met de directeur-generaal van het ministerie had gebeld over de onteigening van grond van de broers Melamud. De grond was door het ministerie van Openbare Werken onteigend in verband met wegenaanleg. Sharon en de Melamuds waren in de jaren ’30 en ’40 buren in Kfar Mala in Midden-Israël. „Na het telefoontje kwamen de broers Melamud en het ministerie een compromis overeen dat 110.000 dollar hoger is dan het oorspronkelijke compensatieaanbod”, aldus Globes.
Directeur-generaal Salman Ben-Zion bevestigde tegenover Globes dat Sharon hem had gebeld met het verzoek zo weinig mogelijk grond te onteigenen. Sharon zou niet hebben gesproken over de hoogte van de compensatie.
De andere twee onderzoeken houden geen verband met de onteigeningszaak en staan ook los van elkaar. Het gaat om een mogelijk illegale lening die verstrekt werd tijdens de verkiezingscampagne van 1999 en het mogelijke aannemen van steekpenningen van een Israëlische zakenman om een onroerendgoedproject te promoten in Griekenland. De laatste affaire zou hebben gespeeld terwijl Sharon in de jaren ’90 minister van Buitenlandse Zaken was.
Het Israëlische parlementslid Ran Cohen noemde Sharons activiteiten voor de Israëlische televisie illegaal en wees op het herhalingselement. „We hebben een premier die bij herhaling de wet overtreedt”, aldus Cohen.
Als Sharon wordt aangeklaagd en voor een rechtbank moet verschijnen, zal hij moeten aftreden. Als het OM echter tot een aanklacht zou besluiten, is het nog zeer de vraag of de premier ook werkelijk wordt gedagvaard. Rubinstein heeft de macht de dagvaarding van een lagere aanklager nietig te verklaren. De procureur-generaal beëindigde vorige maand een onderzoek tegen Sharon wegens belangenverstrengeling, ondanks sterke suggesties van de staatsaccountant dat er voldoende bewijzen waren om de premier te berechten.