Eerste voorgeleiding Foca–verdachte eindigt ’onbeslist’
De Bosnische Serviër Mitar Rasevic heeft maandag voor het Joegoslavië–Tribunaal nog niet willen zeggen of hij zichzelf schuldig of onschuldig acht aan het tenlastegelegde. Hij maakt gebruik van de mogelijkheid om dertig dagen bedenktijd te vragen. De procedureregels voorzien daarin.
De 53–jarige Rasevic kwam vorige week vrijwillig naar Den Haag. Hij woonde in Foca, een plaats in oostelijk Bosnië waar de Serviërs in het voorjaar van 1992 de macht grepen. Vrouwen werden daar massaal verkracht. Veel mannen werden opgesloten in KP Dom, een gevangenis waar werd gemoord en gemarteld.
Het tribunaal heeft Rasevic aangeklaagd voor misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, zoals moord, marteling, slavernij, etnische vervolging en onmenselijke handelingen. Volgens de tenlastelegging had hij in KP Dom de verantwoordelijkheid voor zeker 37 bewakers. Vice–president Fausto Pocar van het VN–hof, die de eerste voorgeleiding maandag voorzat, zal een nieuwe zitting bijeenroepen, zodra Rasevic bereid is te zeggen of hij zich schuldig of onschuldig acht.