Atlantikwall, oorlogsherinnering in beton en staal
Onder 2 meter gewapend beton, verscholen in de duinen, voelden de Duitsers zich veilig tegen bomaanslagen van de geallieerden. Nu zetten vrijwilligers zich in voor het behoud van de restanten van Hitlers Atlantikwall. Cor Quist conserveert een markante geschutsbunker aan de Pier van Hoek van Holland. „Graven in het verleden is werken aan je toekomst.”
Een levensgevaarlijk ”Sperrgebiet” was het tijdens de Duitse bezetting, bezaaid met verraderlijke landmijnen en allerhande tankversperringen. Nu flaneren er wandelaars langs het strand en op de pier. Voor de forse bunker aan het begin van de pier staat een bestelauto. Cor Quist haalt er net een stapel gestreken Duitse uniformen uit. Samen met een groep vrijwilligers is hij druk bezig met het herinrichten van de museumbunker voor de openstelling eind juni.
De Duitsers bouwden de defensieve Atlantikwall uit angst voor een invasie door de geallieerden, vertelt Quist. Dat die zou komen was onvermijdelijk, maar waar? Daarom werd een keten van duizenden strandbunkers van Noorwegen tot aan Zuid-Frankrijk gebouwd en werden er miljoenen mijnen op de stranden geplaatst om die invasie het hoofd te bieden.
„De Tafelbunker waar we nu voor staan, was onderdeel van de Marine Flak Batterie Nordmole, een luchtdoelbatterij die bestond uit 57 betonnen bouwwerken. Deze bunker werd in 1943 gebouwd en moest met zijn kanon de ‘voordeur’ van de strategisch belangrijke Rotterdamse haven in de gaten houden.”
Quist wijst op een spleet aan de westzijde. „Hierdoor hadden de schutters goed zicht op een mogelijk vanaf zee naderende vijand. In oorlogstijd stond hier een mobiel 7,5 centimeterkanon, maar dat is weggehaald. Gelukkig konden we hier enkel jaren geleden weer een stuk antitankgeschut van hetzelfde kaliber opstellen. De spleet wordt afgesloten met een gepantserde stalen plaat van 4000 kilo die handmatig, via een katrol met tegenwichten, kan worden geopend.”
Na de oorlog nam de Nederlandse marine de bunker over en plaatste een radarsysteem op het dak. „Dat kun je nog zien aan die merkwaardige constructie. Hij lijkt op een grote tafel, vandaar dat iedereen hier praat over de Tafelbunker.”
Het bunkervirus bracht Cor Quist over op zoon Christian, die zich als historicus specialiseerde in de bunkerbouw. Christian: „Hitler gaf de militaire Organisation Todt de opdracht om een keten te bouwen van maar liefst 15.000 bunkers langs de gehele westkust van zijn Deutsches Reich. Van de Noordkaap in Noorwegen tot aan de Pyreneeën in Frankrijk, over een lengte van bijna 3000 kilometer. Omdat de Organisation Todt hiervoor te weinig capaciteit had, werden ook Nederlandse bedrijven als bunkerbouwers ingeschakeld. Hiermee was veel geld te verdienen.”
„In die tijd was er jonge predikant die weinig ophad met de Arbeitseinsatz, de verplichte tewerkstelling bij de oorlogs- industrie in Duitsland”, vertelt Cor Quist. „Daarom meldde hij zich als arbeider voor de bunkerbouw. Maar nadat hij hier één dag bezig was geweest, vertrok hij met de noorderzon. Enkele jaren geleden kwam hij als hoogbejaarde predikant terug met de vraag of hij in de bunker zijn negentigste verjaardag met zijn familie mocht vieren. Dat is ook gebeurd.”
„De eerste vormen van de Atlantikwall kwamen al tot stand in de zomer van 1940”, weet zoon Christian. „Het Duitse leger plande vanaf de kust een invasie op Engeland. Dit omdat de Britten niet akkoord gingen met het vredesvoorstel van de Duitsers.” Met operatie Seelöwe (Zeeleeuw) dacht Hitler Engeland wel op de knieën te krijgen. Rond Calais werden al diverse zware kustbatterijen gebouwd om de Duitse invasievloot te ondersteunen. De operatie moest echter nog in datzelfde jaar worden afgelast omdat de Duitse Luftwaffe al in de eerste fase van Seelöwe, de Slag om Engeland, afdoende werd afgestraft door de Britse Royal Air Force. Daardoor moest Hitler de nodige luchtsteun ontberen. Maar de Führer wachtten nog meer tegenslagen. In 1941 verliep de slag om Rusland, operatie Barbarossa, veel minder voorspoedig dan verwacht en werd ook Amerika in de oorlog betrokken.
Op 14 december 1941 besloot Hitler de kustverdediging aanzienlijk te versterken. Dit project kreeg de naam Neue Westwall. Door de bouw van deze verdedigingslinie, die later Atlantikwall werd genoemd, kon een groot aantal troepen worden vrijgemaakt om aan het oostfront tegen de Russen te vechten. In eerste instantie werden alleen de belangrijkste havens beveiligd. Voor Nederland waren dat IJmuiden en Hoek van Holland. Echter, door tekort aan grondstoffen –er werd maandelijks 600.000 kubieke meter beton verbruikt– en een inefficiënte werkwijze was in de zomer van 1943 nog maar de helft van de geplande 15.000 bunkers opgeleverd.
De nazi’s zagen in dat de Atlantikwall nog niet aan de verwachtingen voldeed. Daarom beval Hitler eind 1943 veldmaarschalk Rommel de balans op te maken. Op basis van zijn inspectiebezoeken kwam Rommel tot de conclusie dat de verdedigingslinie onvoldoende bescherming bood tegen een invasie. Hij voerde het bouwtempo op en liet alle stranden vol leggen met mijnen, strandversperringen en obstakels om vijandelijke landingen te voorkomen. Bij de Tafelbunker zijn nog enkele van zulke obstakels te zien, zoals de grotendeels in het zand verscholen antitankmuur en betonnen tetraëders als tankversperring.
In de oorspronkelijke geschutsruimte van de bunker hangt een grote kaart van de geallieerden. Hij toont de vesting die de Duitsers hadden gebouwd op het voormalige eiland De Beer aan de zuidzijde van de Nieuwe Waterweg. Christian Quist: „Dit driehoekige bunkercomplex heette het ”kernwerk” van Festung Hoek van Holland en vormde het hart van de verdediging van de toegang tot Rotterdam. Het kernwerk moest bij een aanval tot de laatste man worden bevochten. Het bleef echter bij wat knallen om de aanwezige artillerie te testen. Verder is hier nooit een schot gelost.”
Het Atlantikwall-museum in Hoek van Holland is vanaf 29 juni om de veertien dagen op zaterdag geopend.
Bunker met een boodschap
In de jaren zestig was de Atlantikwall al grotendeels gesloopt. De strandbunker bij de Pier van Hoek van Holland werd aanvankelijk overgeslagen. Toen de kolos almaar verder uit het zand kwam bloot te liggen en beklimmen door het ontbreken van een hekwerk te riskant werd, is de bunker alsnog opgeblazen.
Een opmerkelijk feit was dat er heel groot op stond geschreven: ”Jezus leeft!” Radio-officier Ferry van Eeuwen blijkt hier meer van te weten. Destijds diende hij op de Iraanse tanker Reza Shah the Great die onder Nederlandse vlag voer.
De kapitein van het schip, Kyne, was heel gelovig en droeg dat ook uit, herinnert Van Eeuwen zich. „Hij werd Kyne-met-het-orgel genoemd omdat hij dat ding overal heensleepte.”
Hij had een hele serie foto’s van de Duitse bunker met daarop ”Jezus leeft!” „Hij vertelde ons dat hij die letters er zelf met veel pijn en moeite had opgekalkt en was daar nogal trots op.” De kapitein vond het geweldig dat iedere zeeman die de Rotterdamse haven in en uit voer deze tekst kon lezen. „Hij moet in die tijd een van de eerste grote graffitikunstenaars in Nederland zijn geweest”, stelt Van Eeuwen.
Zeeuwse kustverdediging
Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen werden fel verdedigd door de Duitsers vanwege hun strategische positie aan de monding van de Westerschelde, de toegang tot de haven van Antwerpen. Daarom werden er langs beide oevers tientallen geschutsbatterijen geplaatst.
De zuidelijke duinen van Zoutelande verbergen nog twee bunkers van het steunpunt Lohengrin waarin nu een Bunkermuseum is ondergebracht. Bunker 1 bood onderdak aan twintig manschappen, terwijl de hoger gelegen bunker 2 fungeerde als artillerie-waarnemingspost, voorzien van een pantserstalen observatiekoepel waaruit een periscoop stak die gelijk verrekijker was met tien keer vergroting. Alle waarnemingen werden verwerkt in de centrale rekenkamer, zodat andere bunkers hun kanonnen nauwkeurig konden richten. Vrijwilligers, zoals Lenco van der Weel, vertellen er graag over de Atlantikwall en in het bijzonder over de Festung Walcheren en Noord-Beveland. Maar ook over de hevige strijd om Walcheren in het najaar van 1944.
In tegenstelling tot de bunkermusea in Vlissingen, Scheveningen en Noordwijk, die alleen ’s zondags zijn geopend, is het bunkermuseum in Zoutelande vanaf mei ook op woensdagmiddag geopend.