Buitenland

„Hij zal rekenschap moeten afleggen voor God”

De Ugandese bevolking onthaalde hem na zijn staatsgreep in 1971 als een bevrijder, maar acht jaar later werd hij uit zijn land verjaagd als een van de meest meedogenloze heersers die het zwarte continent ooit had gekend. De zaterdag overleden ex-dictator Idi Amin Dada liet tussen de 300.000 en 800.000 landgenoten vermoorden, een misdaad die hem de veelzeggende titel ”Hitler van Afrika” opleverde.

Mr. Richard Donk
18 August 2003 10:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:29
<center>Idi Amin Dada</center>
<center>Idi Amin Dada</center>

Weinig wees erop dat Idi Awo-Ongo Angoo, die later de naam Idi Amin Dada aannam, zich als een nietsontziende machtswellusteling zou ontpoppen. Amin werd vermoedelijk in 1928 geboren in een politiebureau in de Ugandese hoofdstad Kampala. Zijn moeder was een zelfbenoemde tovenares, zijn vader leerde hij pas kennen toen hij de dertig al was gepasseerd. Hij verliet school al op jonge leeftijd en leerde daardoor nauwelijks lezen of schrijven. Wel blonk hij uit in het voordragen van de koran, waarvoor hij diverse prijzen won.

In tegenstelling tot zijn tegenvallende schoolprestaties maakte hij als militair snel carrière. Hij nam in 1944 dienst in de strijdkrachten, toen het leger nog door de Britse kolonisator werd geleid. Hij vocht met de Britten onder meer tegen de Japanners in Birma. Om zijn geringe intellectuele capaciteiten te verbloemen stelde Amin dikwijls dat hij meer kennis had dan de heren professoren, omdat hij als militair wist hoe hij op moest treden. „Ik ben een man van de daad”, zei hij regelmatig.

De toenmalige Ugandese premier Milton Obote bevorderde Idi Amin in april 1968 tot opperbevelhebber van het leger, als beloning voor het neerslaan van diverse volksoproeren en pogingen tot staatsgreep. De waardering van Obote was echter van korte duur. Er rezen steeds meer vragen over de capaciteiten van Amin om de strijdkrachten aan te voeren. Eind 1969 werd de latere dictator openlijk van lafheid beschuldigd na zijn optreden in het verijdelen van een complot tegen Obote. Een jaar later werd de legerleider in verband gebracht met de diefstal van miljoenen Ugandese shillings uit de kas van het ministerie van Defensie. Milton Obote ontsloeg Amin van het commando en liet in januari 1971 voorbereidingen treffen om zijn voormalige beschermeling gerechtelijk te vervolgen.

Idi Amin wist net op tijd Kampala te ontvluchten om arrestatie te voorkomen. Toen Obote in het buitenland verbleef, zag Amin zijn kans schoon en pleegde een bloedige staatsgreep. Op 25 januari 1971 nam hij de macht over en benoemde zichzelf tot president van Uganda.

Aanvankelijk haalde de Ugandese bevolking het nieuwe staatshoofd als een held binnen. De 125 kilo wegende generaal oogstte veel waardering met zijn besluit om in 1972 een groot deel van de Indische gemeenschap, die de Ugandese economie beheerste, het land uit te zetten. Hij werd zelfs gekozen tot voorzitter van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid, ondanks de protesten daartegen van een aantal landen. Ooit liet hij zich door vier blanken op een draagstoel een vergadering van de organisatie binnendragen. In het Britse weekblad Punch verscheen een tijdlang wekelijks een zogenaamd door Amin geschreven column, waarin hij in slecht Engels zijn plannen met de wereld uiteenzette.

Al spoedig bleek echter dat de Ugandezen met Idi Amin Dada een monster hadden binnengehaald. Vanaf oktober 1972 begon de voormalige legerleider iedereen die ervan werd verdacht met de Britse overheersers of met het regime van Obote te hebben samengewerkt, te doden. De wrede dictator richtte een speciaal instituut, het Staats Onderzoeksbureau, op dat speciaal was belast met het opsporen en stelselmatig uitroeien van tegenstanders. Amin richtte zijn woede vooral op christelijke minderheidsgroepen in Uganda. Ondanks zijn verwoede pogingen het land te islamiseren, is nooit meer dan 10 procent van de bevolking tot het islamitisch geloof overgegaan.

Op het hoogtepunt van zijn moordcampagne werden zo veel mensen vermoord dat er geen tijd en ruimte was om de lichamen te begraven. Amin liet daarom de lichamen in de Nijl en in het Victoriameer dumpen, als voer voor de krokodillen. Op een gegeven moment werden er zo veel lijken aan de krokodillen gevoerd dat de waterinlaat voor Uganda’s grootste waterkrachtcentrale bij Jinja verstopt raakte met lichaamsdelen. Getuigen beweren dat hij de hoofden van belangrijke opponenten in een vriezer in zijn paleis bewaarde.

In totaal kwamen naar schatting een half miljoen Ugandezen onder het schrikbewind van de megalomane heerser om. Sommigen spreken zelfs over 800.000 doden. Een van Amins biografen gaf zijn boek dan ook de veelzeggende titel ”De Hitler van Afrika” mee.

Idi Amin vestigde in 1976 de internationale aandacht op zich toen een groep Palestijnen een gekaapt vliegtuig van Air France met veel Israëliërs aan boord op het Ugandese vliegveld Entebbe liet landen. Toen Amin, die de Palestijnse zaak steunde, niet inging op internationale oproepen om de gijzelaars uit handen van de Palestijnen te krijgen, vlogen Israëlische commando’s ’s nachts in naar Entebbe, waar ze de gijzelaars bevrijdden. Amin beweerde te hebben geprobeerd de kapers ertoe te bewegen hun actie te beëindigen, maar alles wees erop dat hij met hen onder één hoedje speelde.

De positie van Idi Amin begon pas te wankelen in het najaar van 1978, toen de dictator probeerde met zijn troepen delen van het noordwesten van buurland Tanzania te veroveren. De Tanzaniaanse president Julius Nyerere verklaarde Uganda de oorlog. Na zeven maanden strijd bereikten de Tanzaniaanse troepen, geholpen door gewapende ballingen, onder wie de huidige president van Uganda, Yoweri Museveni, in april 1979 de Ugandese hoofdstad Kampala. Idi Amin werd verjaagd.

Amin vluchtte eerst naar Libië en toen naar Irak, om uiteindelijk in Saudi-Arabië zijn laatste jaren te slijten. In het Saudische koninkrijk werd hem geen strobreed in de weg gelegd. Wegens zijn „verdiensten voor de islam” kreeg hij een riante villa in Jeddah toegewezen en ontving hij een royale toelage van de Saudische staat. Toen hij zich vier jaar geleden bij uitzondering liet interviewen zei Amin dat hij zich vooral bezighield met lezen in de koran, zwemmen, vissen en accordeon spelen. En hij at naar eigen zeggen nog iedere dag verse cassave uit Uganda.

Afgelopen zaterdag stierf Idi Amin Dada in een ziekenhuis in Jeddah, waar hij al enige tijd werd verpleegd. De Ugandese bevolking heeft zijn overlijden met opluchting begroet, hoewel velen betreuren dat de ex-dictator zich nooit publiekelijk voor zijn wandaden heeft moeten verantwoorden. Pogingen hem te vervolgen liepen steeds op niets uit. „Hij zou langer hebben moeten leven om berouw te tonen”, vindt Alfred Ocur, een anglicaanse priester uit de Ugandese stad Lira. „Nu is hij dood en kunnen wij niets meer doen. Maar hij zal rekenschap moeten afleggen voor God.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer