IJsland begint weer met walvisjacht
Drie IJslandse walvisvaarders zijn zondag uitgevaren om in opdracht van de regering 38 dwergvinvissen te schieten voor wetenschappelijk onderzoek.
De hervatting van de jacht vindt plaats ondanks protesten van verscheidene lidstaten van de Internationale Walviscommissie (IWC), waaronder de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. De IWC heeft zelf geen bezwaar aangetekend.
De jagers zijn van plan in augustus en september 38 dwergvinvissen te doden. De regering zegt dat de vangst nodig is om de maaginhoud van de dieren te onderzoeken, zodat zij meer inzicht krijgt in de visstand rond IJsland. De dieren zouden de visstand bedreigen rondom het Noord-Europese eiland, waar een groot deel van de bevolking leeft van de visserij.
De VS en andere landen zeggen dat er geen wetenschappelijke basis is voor de vangst. Zij vrezen dat IJsland met de operatie de internationale opinie wil testen voorafgaande aan een commerciële hervatting van de walvisvaart. Met name in Japan is veel vraag naar walvisvlees.
In 1986 werd een internationaal moratorium op de commerciële walvisvaart ingesteld. IJsland ging daarna nog drie jaar door met de vangst van walvissen voor wetenschappelijk onderzoek. IJsland, dat in 1993 uit de IWC stapte, zei in juni dat het nog dit jaar of volgend jaar honderd dwergvinvissen, honderd vinvissen en vijftig andere walvissen gaat jagen, maar kwam daarop later na protesten terug. De IJslandse plannen gaan lijnrecht in tegen voorstellen van de Walviscommissie om vrijwel de gehele commerciële walvisvaart voor lange tijd aan banden te leggen. Volgens IJsland zijn er momenteel 43.000 dwergvinvissen in de IJslandse wateren en zal de jacht geen invloed hebben op de walvispopulatie.
Driekwart van de IJslandse bevolking staat achter de hervatting van de walvisvangst. Ook Noorwegen en Japan willen af van het internationale verbod op de commerciële walvisvangst.