Binnenland

„Wij willen geen toeters en bellen”

Camping: Farm Eterna, in het kleine dorpje Lage Vuursche bij Bilthoven. De natuurcamping heeft 25 plaatsen voor tenten en 15 plaatsen voor caravans.

Naam kampeerders: Kees (64) en Annie (62) Zwakhals komen uit Woudrichem, volgens Kees de plek waar de Maas en de Waal samenvloeien.

Evert Barten
15 August 2003 12:30Gewijzigd op 14 November 2020 00:29
LAGE VUURSCHE - Kees en Annie Zwakhals houden van rust en ruimte. Ze vinden die in overvloed op natuurcamping Farm Eterna in Lage Vuursche. „Je kunt hier echt heerlijk fietsen en de camping is er een zonder toeters en bellen.” - Foto Hans Roggen
LAGE VUURSCHE - Kees en Annie Zwakhals houden van rust en ruimte. Ze vinden die in overvloed op natuurcamping Farm Eterna in Lage Vuursche. „Je kunt hier echt heerlijk fietsen en de camping is er een zonder toeters en bellen.” - Foto Hans Roggen

Waarom deze camping? Kees: Voor de rust en de ruimte. We willen een camping zonder toeters en bellen.” Annie: „Over het algemeen willen we graag op een kleine camping staan, zoals op een boerencamping of op deze natuurcamping.”

Hoe lang? „Wij zijn echte trekkers, dus we blijven nooit langer dan twee weken”, vertelt Kees. „Toevallig hebben we voordat we hier kwamen drie weken achter elkaar in Brugge gestaan. Dat is echt lang voor ons. We zijn hier vorige week dinsdag gekomen en volgende week gaan we weer. Dit is voor wat deze zomer betreft het eindstation. Dan hebben we er zes weken kamperen opzitten.”

Uitrusting: Kees: „We staan hier met een caravan uit 1997. Verder zitten we hier lekker onder een luifel. We wilden geen voortent, dat is zo warm. Eigenlijk is dit geen kamperen, dat doe je alleen in een tent. Dit is luxe.” De caravan heeft als extra een stel rolhorren tegen vliegende insecten en de nodige elektrische apparatuur aan boord. Kees: „Het hoeft van mij ook allemaal niet zo groot. Hoe groter en zwaarder de caravan, hoe groter je auto moet zijn.” Hoeveel de caravan kost weet het echtpaar niet, maar dat hij niet goedkoop is weet Kees wel. „En wat de meeste mensen vergeten, is dat je dat ding ’s winters moet stallen. Dat kost ook de nodige centen.”

Kosten: Kees: „Deze mooie plek kost ons ongeveer 18 euro per nacht. Daar hebben we goede sanitair voor en elektriciteit. Verder de normale dingen, zoals eten en drinken. We gaan geen dagjes weg, die tijd hebben we wel gehad. We fietsen, lezen en puzzelen graag, dat kost niets.”

Voordelen van kamperen: Annie: „Je bent heerlijk vrij. We spreken zelden of nooit iets af en reserveren ook niet. Hebben we het op een bepaalde plek niet meer naar onze zin? Dan verkassen we gewoon.” Een lachende Kees: „Vrijheid, blijheid!” Kees weet nog een groot voordeel: „Hier heb je geen televisie, maar wel boeken. Ik zou zeggen: Meer lezen, minder kijken.”

Nadelen: Daar moet het echtpaar even goed over nadenken. Kees uiteindelijk: „Kijk, als er zo veel nadelen zouden zijn, zouden we dit niet meer doen. Dan gingen we wel op een hotelkamer zitten.” „Natuurlijk heb je wel eens last van muggen en vliegen, maar dat hoort er toch bij? Daar kies je voor”, aldus Annie. „Deze dingen zijn geen nadelen van de camping, het zijn de eigenheden ervan.”

Wat te doen bij dagenlange regen? Kees: „Als het een dag regent, maken we er gewoon een leesdag van.”,Of we gaan naar de stad”, zegt Annie. „Voor ons is regen geen punt. We hebben een kacheltje in de caravan, zodat we het er best kunnen houden als het regent. Het is niet leuk, maar het is niet direct een reden om in te pakken en weg te wezen.” Toen Kees en Annie in hun jonge jaren in een tent kampeerden, was regen echt niet leuk. Kees vertelt: „Ik weet nog dat we drijfnat op een camping aankwamen. Het regende zo hard, dat de beheerder zei: „Volg die rivier maar, dan kun je daar ergens je tent neerzetten.” Zo hard regende het dus.”

Kamperen is tobben? Kees: „Het kan tobben zijn, vooral als het minder mooi weer is en je zit in een tent. Zoals wij nu kamperen vind ik het geen tobben. We hebben goede douches en wc’s, de ruimte én de rust. Wat wil je nog meer?”

Geen camping. Wat dan? Annie: „Als er geen camping was gingen we in een zomerhuisje zitten. Nee, niet drie weken achter elkaar in hetzelfde huisje. Dan een week hier, dan een week daar.”

Leukste campingervaring: Kees: „We reden eens, nog voor de val van de Muur, in Hongarije met onze caravan, op zoek naar een geschikte kampeerplek. We moesten met een pontje mee, maar waar dat precies lag, wisten we niet. Ik had een kaart bij me en besloot deze voor te leggen aan een stel oude mannen. Volgens mij hadden ze nog nooit een kaart gezien, want de eerste zei dat we links moesten, de tweede wees naar rechts en weer een andere wenkte dat we door moesten rijden. Maar of dit de leukste ervaring is weet ik niet. In 35 jaar kamperen maak je veel mee.”

Dit is de laatste aflevering van een twaalfdelige serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer